Het Constitutioneel Hof van de Republiek Suriname heeft op 5 augustus 2022, een belangrijke en historische toetsing gedaan van de kiesregeling in relatie tot fundamentele nationale, regionale en internationale wetgeving.
Deze toetsing vond plaats op verzoek van advocaat Serena Muntslag-Essed, in de hoedanigheid op grond van artikel 12 lid 4 sub b van de wet Constitutioneel Hof. Het verzoek aan het Hof was om artikel 9 tot 24 van de vigerende Kiesregeling te toetsen aan de artikelen 8, 33 en 61 van de Grondwet, het Internationaal Verdrag inzake Burger en Politieke Rechten (BUPO), de artikelen 25 en 26 van het Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens (AVRM) en de artikelen 23 en 24 van de Universele verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM).
Het besluit van het Hof komt erop neer dat de artikelen 9 tot 24 van de Kiesregeling in strijd zijn met de artikelen 8 en 55 van de Grondwet, 25 sub b en 26 IVBPR (Internationaal Verdrag Burger en Politieke Rechten) en artikel 1 jo. 23 jo. 24 AVRM (Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens), terwijl het Hof ten aanzien van de genoemde bepalingen van de Kiesregeling geen strijdigheid acht met de artikelen 61 van onze Grondwet en 25 sub a en c van BUPO.
De regering heeft goede nota genomen van deze toetsing en zal alles in het werk stellen dat uitvoering middels aanpassing van bestaande wetgeving en eventueel de goedkeuring van nieuwe wetgeving tijdig wordt gerealiseerd.
Het is de taak van elke regering om de noodzakelijke staatsrechtelijke en bestuurlijke besluiten en acties te initiëren met het doel bestaande systemen en processen te evalueren en te optimaliseren ter versterking van de democratie en rechtstaat in Suriname. Van groot belang acht de regering ook dat de fundamentele vrijheden en rechten van de mens als een participerende individu in electorale processen gerespecteerd en verzekerd zijn.
Bij het aantreden van de regering Santokhi hebben alle coalitiepartijen zich gecommitteerd aan de versterking van democratie en bestuur. Tegen het licht van de toetsing door het Constitutioneel Hof is het de taak van de regering om het electoraal stelsel, met name de kiesregeling, aan een serieus en breed maatschappelijk geleide en gedragen discussie te onderwerpen.
De hieruit voortvloeiende aanpassing zal conform de geldende procedures en handelingen gerealiseerd worden. Het is van belang hierbij niet alleen ter zake deskundigen te consulteren, maar ook de verschillende relevante entiteiten en instituten te horen en hun bijdrage op een betekenisvolle wijze te incorporeren in aan te passen wetgeving. Gezien de essentie van dit vraagstuk is een brede maatschappelijke discussie van essentieel belang.
De president van de Republiek Suriname, Chandrikapersad Santokhi zal binnen afzienbare tijd een presidentiële commissie met participatie van de relevante maatschappelijke instituten en de overheid installeren. Het mandaat zal in eerste instantie zijn om de uitspraak van het Constitutioneel Hof te analyseren en een inventarisatie van de noodzakelijke activiteiten te maken en een actieplan ter zake te ontwikkelen.
De coalitietop is enkele maanden geleden reeds gestart met de discussie rondom herziening van ons kiesstelsel en de daarbij behorende wet en regelgeving. De uitspraak van het hof is nu ook op de agenda van de top en het team van deskundigen van de Coalitie partijen. Aan de hand van bekomen adviezen en inzichten zal het traject worden ingezet om in ieder geval te komen tot een situatie die de consequenties van de uitspraak van het Constitutioneel Hof op een verantwoorde wijze tot uiting brengt. Hierbij zal de basis steeds gevormd worden door breed maatschappelijk en politiek draagvlak.
Er zal specifiek aangaande dit onderwerp, een proces van hearings worden ingezet. Verder zal de discussie om te komen tot een aangepast kiesstelsel worden opgenomen als onderdeel van de rondes van dialoog die zijn gestart door de regering. Het kiesstelsel zal met prioriteit worden behandeld. President Santokhi doet een beroep op de verschillende maatschappelijke groepen en organisaties om hun visie, opvattingen en voorstellen op een constructieve manier aan de regering te doen toekomen. De regering zal in de aanstaande regeringsraadvergadering diepgaand stilstaan bij deze toetsing en een cluster van ministers aanwijzen om de voorbereiding van vervolgactiviteiten zo spoedig mogelijk ter hand te nemen.
De regering begrijpt het belang van deze toetsing en eveneens de consequenties in termen van toekomstige verkiezingen en zal alles in het werk stellen om tijdig de noodzakelijke acties te ondernemen om een vacuüm in het politiek-bestuurlijke proces te voorkomen.