Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) heeft op donderdag 7 september 2023 namens de regering exemplaren van de Heilige Koran overhandigd aan de overkoepelende moslimorganisaties in Suriname. De Korans zijn gedoneerd door de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), een land waarmee Suriname een hechte en vruchtbare samenwerking onderhoudt. De organisaties werden elk een set van drie overhandigd bestaande uit een versie in de Arabische taal, Arabisch-Engels alsook Arabisch-Nederlands.
Er waren vertegenwoordigers aanwezig van Madjilies Moeslimien Suriname, Surinaamse Islamitische Vereniging, Surinaamse Moesliem Associatie, Islamitische Federatie Suriname, Stichting der Islamitische Gemeenten in Suriname, de Religieuze Vereniging Sahabutal Islam, Algemeen Hadj Comité Suriname, Teratai Training & Consultancy en Nurusshobri Islamic Foundation of Suriname. Minister Ramdin verontschuldigde minister Somohardjo van Binnenlandse Zaken, die eveneens de overhandiging zou verrichten maar wegens werkzaamheden in het binnenland was.
De minister van BIBIS gaf aan de VAE zeer dankbaar te zijn voor deze geste en sprak de hoop uit dat het de waardering zou genieten. De minister gaf verder aan dat het ministerie van BIBIS de ontwikkeling van Suriname ondersteunt door middel van activiteiten zoals deze. “Wij zijn onderdeel van de wereld en die wereld kijkt ook naar ons, hoe wij ons presenteren”, benadrukte de minister. “Het is aan ons om het verhaal te vertellen of soms corrigerend op te treden omdat je geen perceptie wilt creëren dat niet correct is”.
Het gaat om 500 heilige boeken die het ministerie heeft ontvangen vanuit de ambassade in Marokko, en die verder gedistribueerd worden onder de overkoepelende moslimorganisaties. Ook zullen een aantal exemplaren voor algemeen gebruik worden geschonken aan de universiteit en andere onderwijsinstellingen. “Hoe meer mensen kennis dragen, hoe meer begrip er ontstaat. Onbegrip creëert onnodige perceptie die moeilijk weggenomen kunnen worden als je beter weet”, stelde de bewindsman.
Voorts legt de minister uit dat het belangrijk is dat het ministerie ook met religieuze organisaties goede relaties onderhoudt, van welke denominatie dan ook, vanwege het feit dat Suriname een multiculturele, multi-etnische en multireligieuze samenleving is. Hij stelde dat de Surinaamse diversiteit erg positief is en de Surinaamse inwoners een hoge mate van tolerantie en acceptatie hebben die een samenleving creëert welke gebaseerd is op morele waarden en normen.
De BIBIS-minister gaf aan dat het belangrijk is om de wereld te tonen, op welke wijze een kleine samenleving met een hoge mate van diversiteit toch tolerant kan zijn jegens elkaar en vreedzaam kan leven zonder conflicten. Hij stelt dat wij het tegengestelde moeten zijn van wat in de wereld plaatsvindt, zoals het verbranden van heilige boeken en verbranden van religieuze gebedshuizen, en dat wij daar absoluut niet in mee mogen gaan. “Wij hebben altijd gepropageerd dat we respect hebben voor elkaars cultuur en cultuuruitingen. Het is belangrijk dat we dat nadrukkelijk presenteren, omdat de wereld naar ons kijkt hoe wij omgaan met dit soort fundamentele rechten in de samenleving”, benadrukte de minister tot slot.
Na de overhandiging van de Korans aan de aanwezige organisaties vervolgde de minister in vergadering het evenement waarbij het buitenlands beleid werd besproken. De aanwezige organisaties legden van hun zijde vragen voor welke, onder meer, lagen op het gebied van visa verkrijging ten behoeve van het vervullen van de Hadj verplichting maar ook bij deelname aan conferenties, projecten uit het buitenland, ondersteuning vanuit de Islamic Development Bank (IsDB), ondersteuning op het gebied van onderwijs en beurzen. Er werden ook voorstellen voor mogelijke oplossingen aangedragen. Minister Ramdin sprak tot slot zijn dank uit aan de aanwezigen voor hun constructieve bijdragen en deed nogmaals een beroep om ook hun ondersteuning te geven aan verdere opbouw van de goede normen en waarden in de gemeenschap.