Algemeen Economisch Beleid
Achtergrond
De afdeling Algemeen Economisch Beleid (AEB) binnen het Ministerie van Handel en Industrie is begrotingstechnisch opgericht op 1 januari 1998. De taakstellingen van de afdeling zijn ontleend van het Reorganisatie rapport “ Taaklijsten Rapport Suriname” Den Haag, 18 december 1995 pg.16 van Deloittte & Touche. De taakstelling van de afdeling komt in grote lijnen overeen met die van de voorheen bestaande afdeling Algemeen Economische Planning & Analyses (AEPA), een subafdeling van het voormalige Coördinaatschap Economische Planning & Ontwikkeling (CEPO). De afdeling Financieel Economische Analyses en Studies (FEAS) is een ondersteunende afdeling naar AEB toe en heeft bij de reorganisatie een taakverkorting ondergaan. FEAS is thans vnl. belast met het beoordelen van kostprijscalculaties en het ontwerpen van standaard kostprijsmodellen n.l. van medicijncalculaties.
Doel AEB
De afdeling AEB heeft tot doel:
Zorg te dragen voor het bestuderen van de conjunctuur en structuur van de nationale economie en het scheppen van een macro-economisch beleidsraamwerk ter bevordering van de economie.
Taakomschrijving AEB
De afdeling AEB heeft de volgende taakomschrijving:
- Het coördineren van activiteiten ter ondersteuning van de vorming van een consistent algemeen economisch beleid;
- Het coördineren van activiteiten die betrekking hebben op de uitvoering van diverse facetbeleidsterreinen (prijsbeleid, concurrentiebeleid, projectplanning etc.);
- Het verrichten van wetenschappelijk onderzoek gericht op de ontwikkeling van diverse sectoren;
- Het verstrekken van adviezen op basis van genoemde onderzoeken;
- Het verlenen van assistentie en het verrichten van onderzoek voor de uitvoering van o.a. het industrie-, handels-, consumentenbeleid en internationale economische betrekkingen.
Uit de bovenstaande taakomschrijving valt duidelijk af te lezen dat het accent meer gericht is op beleidsonderzoek, beleidsondersteuning (voorbereiding & monitoring) en beleidscoördinatie. Beleidsonderzoek is noodzakelijk om de uitwerking van beleidsmaatregelen op de nationale economie vooraf in te schatten, de problemen binnen een bepaalde sector vroegtijdig te identificeren en het beleid te richten ter oplossing van deze problemen. De ondersteunende functie van de afdeling AEB komt tot uiting bij de volgende kerntaken:
- beleidsonderzoek, -voorbereiding en -formulering: houdt in dat onderzoek (studies) vereist is voor het inzicht verkrijgen in bepaalde beleidszaken, voor identificatie van probleemgebieden binnen de sectoren handel & industrie. Bij de beleidsformulering wordt er hiervoor gerichte oplossingsmodellen aangedragen;
- dataverzameling, verwerking en analyse nodig voor allerlei macro-economische analyses m.n. de werking van bepaalde beleidsmaatregelen op de nationale economie en ook het evalueren hiervan.
Thans is de afdeling belast met 3 belangrijke werkgebieden, te weten:
- brandstof;
- Project basisgoederen en;
- Calculatie van medicamenten.
Ad 1. Brandstof
Hoe komt de pompprijs tot stand?
Sinds november 2008 worden de pompprijzen steeds per aanvoer per oliemaatschappij bij beschikking vastgesteld met als uitzondering dat ingeval er meerdere aanvoeren of leveringen zijn gedurende vijf kalenderdagen de gewogen gemiddelde inkoopprijs wordt gehanteerd in de calculatie. De hoogte van de vastgestelde lokale pompprijzen zijn slechts onderhevig aan de schommelingen in de inkoopprijzen die gehanteerd worden door de raffinaderijen waarvan de prijzen afhankelijk zijn van de ontwikkelingen van de wereldmarktprijs van ruwe olie.
Het voordeel bij deze methodiek van vaststelling van de pompprijzen is dat:
- er gezonde concurrentie is tussen de oliemaatschappijen;
- de consument verzekerd is van een prijs die dicht bij de wereldmarktprijsontwikkelingen ligt en dat zij keuzemogelijkheid heeft te tanken waar zij dat willen;
- de overheid efficiënter haar inkomsten kan innen bij elke aanvoer.
De pompprijs is opgebouwd uit 4 componenten, die hieronder in een schema wordt weergegeven.
Kostprijscomponenten pompprijzen | Berekeningswijze | |
1. | De inkoopprijs of de leveringsprijs | Deze wordt afgelezen van het factuur en bij import omgezet tegen de Centrale Bankkoers in SRD. De inkoopprijzen schommelen als gevolg van vraag en aanbod van olie op de wereldmarkt |
2. | Bedrijfsmarge | Hierin zitten alle operationele kosten voor de oliemaatschappij en de pomphouder met een winstmarge bij. |
3. | Provisiekosten | Deze kosten (0.5%) gelden alleen bij de import van olie. |
4. | Government take | Dit zijn alle consumenten belastingen die de overheid heft op het gebruik van olie en een vast bedrag is in de calculatie. |
Ad 2. Project Basisgoederen
Het project basisgoederen is bedoeld om de samenleving in de gelegenheid te stellen basisgoederen aan te schaffen tegen goedkopere prijzen. Het is daarom belangrijk dat deze basisgoederen beschikbaar blijven. Het Ministerie van Handel, Industrie & Toerisme heeft in samenwerking met het Ministerie van Financiën besloten om de invoer van de 11 basisgoederen vrij te stellen van importheffingen zoals invoerrechten, statistiekrecht, consentrecht en omzetbelasting en ook om deviezen vrij te maken voor de import van deze 11 basisgoederen. Deze importheffingen komen wettelijk voor in een beschikking.. De ingangsdatum van dit project was op 1 januari 2017.
De 11 basisgoederen zijn:
No. | Producten |
1 | Knoflook |
2 | Erwten (groene en gele) |
3 | Sardien |
4 | Kindervoeding van granen |
5 | Babyvoeding in blik |
6 | Bruine bonen vers |
7 | Bruine bonen in blik |
8 | Zout |
9 | Maandverband en tampons |
10 | Wegwerpluiers voor baby’s |
11 | Wegwerpluiers voor volwassenen |
Ad 3. Calculatie van Medicamenten
De calculatie van medicamenten door AEB is bedoeld om de samenleving te voorzien van medicamenten tegen de kosten o.b.v. bij wet vastgestelde marges. Hierdoor is de samenleving gegarandeerd van betaalbare medicamenten en heeft het ministerie ook een overzicht van de geïmporteerde medicijnen. De controle hiervan is belangrijk om te weten in welke mate en hoeveel van de soorten van medicamenten worden importeert, om zodoende een beeld te krijgen de nationale gezondheidssector.