De Wereldbank is tot nu toe tevreden met de samenwerking die zij heeft met de Surinaamse overheid. Diletta Doretti, Wereldbank landenvertegenwoordiger voor Guyana en Suriname, noemt in het bijzonder de relatie met de ministeries van Openbare Werken (OW) en Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie (EZ). Doretti was op vrijdag 28 februari aanwezig bij de ondertekening van het Suriname Preparedness and Enhancing Resilient Communities Project (SuPER), waarbij de International Development Association (IDA), een agentschap van de Wereldbank, een zachte lening van USD 22 miljoen toekende.
De functionaris geeft aan dat de twee projecten die de Wereldbank momenteel in Suriname uitvoert veel voordeel en impact zullen hebben voor de gemeenschap. Het gaat om het Saramacca Canal System Rehabilitation Project (SCSRP) en het Suriname’s Growth Enterprise (SURGE)-project. Het SURGE Project heeft als voornaamste doelen verbeteren van het concurrentievermogen van Suriname en het verhogen van de verdiencapaciteit middels het diversifiëren van de economie.
Binnen het SURGE Project worden onder meer Inheemse en marronondernemers ondersteund middels grants en technische assistentie om te kunnen werken aan de groei van hun bedrijf. “We zijn een paar jaar geleden met gelimiteerde betrokkenheid hiermee gestart en nu besteden we er meer aan. Dat is wat het verschil kan maken in verschillende gemeenschappen en groepen”, aldus Doretti. Ze wijst ook op de niet-financiële ondersteuning aan Suriname, zoals de betrokkenheid van de Wereldbank middels kennis bij het economisch herstelprogramma met het Internationaal Monetair Fonds (IMF).
“De Surinaamse overheid is een fantastische partner. Dit is een reis die iedereen zal helpen”, aldus de landenvertegenwoordiger. Ze benadrukt dat de verbeterde financieel-economische situatie van Suriname ruimte opent voor meer ondersteuning, in verschillende vormen. “De Wereldbank en Suriname werken nu samen op het gebied van IDA. We zullen het land nooit benadelen. We zijn ons ervan bewust dat Suriname door een moeilijke periode is gegaan en het vereist heel wat leiderschap om de macro-economische situatie te verbeteren. We helpen en geven de steun die het land nodig heeft op verschillende gebieden.”