Facebook
WhatsApp
LinkedIn

Ministerie van Financiën en Planning

WAT VINDEN DE BURGERS VAN HET IMF PROGRAMMA

Een recent onderzoek naar de perceptie van de burger over het IMF programma heeft een aantal interessante meningen opgeleverd. In een eerder persbericht is reeds meer informatie over het onderzoek gegeven. In dit bericht gaan we nader in op wat de burger heeft aangegeven over een aantal zaken rond het IMF programma. In volgende persberichten zullen wij het hebben over de subsidies en  het Sociaal Programma.

Samenwerking met het IMF. De burgers zijn gevraagd wat ze vinden van de samenwerking met het IMF. 45% was het er niet mee eens, terwijl 17% het er wel mee eens was. Daarnaast gaf 18% aan dat ze er neutraal tegenover stonden (d.w.z. ze waren het niet eens, maar ook niet oneens) en 21% zei dat ze het niet zouden weten.

Na deze vraag werden een aantal stellingen aan de respondenten voorgehouden. De vraag en antwoorden zijn in onderstaande tabel aangegeven en leveren een interessant beeld op. Houdt in gedachten dat 45% van de respondenten het niet eens was met de stap om naar het IMF te gaan, terwijl 35% er positief of neutraal tegenover stond en 21% blijkbaar te weinig daarover wist om een mening te geven.

VraagMee oneensNeutraalMee eensWeet nietTotaal
De regering moest samenwerken met het IMF om faillissement en heel hoge inflatie te voorkomen39%15%23%23%100%
In plaats van met het IMF te werken, hadden bezittingen van de Staat verkocht moeten worden61%9%12%18%100%
De regering had op eigen kracht sterk moeten bezuinigen, zodat er geen IMF programma nodig zou zijn14%10%60%16%100%

Alternatief voor IMF. Op de vraag of de gang naar het IMF nodig was om faillissement en heel hoge inflatie te voorkomen gaf 39% aan dat ze dat blijkbaar geen goede reden vond. Daarnaast was 38% het daar wel mee eens of stond er neutraal tegenover, terwijl 23% geen mening kon vormen. Wat men blijkbaar niet beseft, is dat Suriname in feite al failliet was, want men had in 2020 geen geld om schulden en rente te betalen (lees het Herstelplan op de website van het Ministerie van Financiën, http://gov.sr/ministeries/ministerie-van-financien-en-planning/documenten/).  

Er worden twee alternatieven gegeven van wat de regering dan anders had moeten doen. De eerste optie was om bezittingen verkopen, zodat er geld zou zijn om schulden e.d. te betalen. Het blijkt dat 61% van de respondenten daar geen voorstander van was, terwijl 21% wel voorstander was of er neutraal tegenover stond en 18% geen mening had.  

De tweede optie was dat de regering zelf sterk had moeten bezuinigen, waar 60% het mee eens was en 10% er neutraal tegenover stond. Slechts 14% was het er mee oneens en 16% had geen mening. Wat men zich niet realiseert is dat zelfs de zwaarste bezuinigingen Suriname op dat moment niet zouden redden, want in 2021 zou bijna 80% van de begroting aan rentebetaling en schuldaflossing opgaan. Er zou dus maar 20% overblijven voor alle andere uitgaven, inclusief salarissen. Suriname kon dus niet meer bezuinigen, want er waren niet genoeg inkomsten om alle uitgaven te doen. Deze optie was dus gewoon niet mogelijk. De mensen die vinden dat dit een oplossing zou zijn geweest, zouden het waarschijnlijk vreselijk vinden indien er nog zwaarder bezuinigd zou worden, waarbij ambtenaren massaal ontslagen moesten worden of in ieder geval maanden geen salaris zouden ontvangen.

Schuldeisers en IMF. De regering zat dus klem in 2020 en de inkomsten in 2021 zouden niet voldoende zijn om alle schulden te betalen, laat staan om nog meer te bezuinigen. Suriname moest daarom een herschikking treffen met de schuldeisers. De grootste schuldeisers, de Oppenheimer bondholders die U$ 675 miljoen aan Suriname hadden geleend, waren alleen bereid een herschikking te treffen indien Suriname met het IMF in zee ging. Een IMF programma gaf hen meer zekerheid op terugbetaling. Het IMF was op dat moment ook de enige instantie die bereid was om Suriname bij te staan om uit de problemen te komen door onder meer goedkoop geld te lenen, zodat de overheid aan haar verplichtingen kon voldoen. Suriname was failliet en de regering had weinig keus. Via het Herstelplan en met ondersteuning van het IMF is het inmiddels gelukt om uit de financieel-economische crisis te komen.