Het Nationaal Beleidsplan voor Mensen met een Beperking 2025–2030 is onlangs aan president Chandrikapersad Santokhi aangeboden. Tijdens het bezoek door het UNICEF-team met als voorzitter van het nationaal beleidsplan voor mensen met een beperking, Harold Pultoo, vond een korte presentatie plaats over de inhoud en doelstellingen van het beleidsplan. Tevens was het de bedoeling dat het staatshoofd zijn goedkeuring gaf op 16 april door ondertekening van het document.
Het beleidsplan richt zich op de implementatie van duurzaam beleid tot 2030 ten behoeve van mensen met een beperking. Een belangrijk uitgangspunt is het faciliteren van deze groep op weg naar meer zelfredzaamheid, met duurzame ondersteuning van zowel de Surinaamse overheid als UNICEF.
Gezien de discussie over de toekomstige besteding van de gas- en oliegelden die naar verwachting in 2028 vrijkomen, toont dit beleidsplan aan dat de regering vooruitstrevend handelt. In het document zijn onder meer opgenomen: het toegankelijk maken van overheidsgebouwen, aanpassingen in het verkeer, en voorzieningen voor opvang en begeleiding van mensen met een beperking.
Zowel nationaal als internationaal wordt gestreefd naar een goede samenwerking, zodat de vrij te komen middelen op duurzame wijze kunnen worden ingezet. Een belangrijk discussiepunt tijdens het bezoek was hoe de voortgang van het beleid na 2025 het beste gemonitord kan worden. In het beleidsplan is daarom opgenomen dat er zo spoedig mogelijk een autoriteit in het leven wordt geroepen die toezicht houdt op de uitvoering tot 2030. Deze instantie zal op zowel nationaal als internationaal niveau de implementatie begeleiden.
Ter ondersteuning van het beleidsplan zijn werkgroepen gecreëerd die zich bezighouden met urgente problemen zoals renovatie van gebouwen, het tekort aan rolstoelen en het gebrek aan zorgpersoneel. In samenwerking met UNICEF is hiervoor reeds een rapport opgesteld. De situatie is daarmee in kaart gebracht, zodat het traject na 2025 voortgezet kan worden.
De president heeft zich bereid verklaard mensen met een beperking de nodige ondersteuning te bieden. Deze groep behoort tot de meest kwetsbaren in de samenleving en verdient daarom extra aandacht.
