Facebook
WhatsApp
LinkedIn

Kabinet van de President

Organisatie Fosten Kukru Fesa ingenomen met bezoek Antilliaanse ministers

De organisatie van het Fosten Kukru Festival oftewel Fosten Kukru Fesa is ingenomen met de aanwezigheid van de Antilliaanse ministers van Justitie bij de opening van de tweede editie van dit evenement. De opening heeft op vrijdag 25 augustus 2023 plaatsgevonden, waarbij ook president Chandrikapersad Santokhi acte de presence gaf. De Antilliaanse ministers Shalten Hato (Curaçao), Rocco Tjon (Aruba) en Anna Richardson (Sint-Maarten) vertoefden van 22-26 augustus in Suriname voor een werkbezoek aan minister Kenneth Amoksi van Justitie en Politie.

Als onderdeel van hun bezoek om meer van de Surinaamse cultuur te zien, zijn zij ook deelgenoot geweest van deze culinaire activiteit op het Onafhankelijkheidsplein. Cultuur-directeur Roseline Daan vond dit een mooi moment. “Dat de Antilliaanse gasten erbij waren, is een mooi teken dat ze kennis hebben gemaakt met wat wij te bieden hebben aan culinaire variëteit. Ik heb gezien dat ze hun ogen hebben uitgekeken en het is geweldig dat Suriname zich op deze manier presenteert”, aldus directeur Daan.

De Fosten Kukru Fesa is een activiteit van het Directoraat Cultuur van het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur en wordt ook ondersteund door de Nationale Commissie Jubileumjaren. Onderwijsminister Henry Ori en commissievoorzitter Jack Uden waren dan ook aanwezig. Het evenement dat tot zondag 27 augustus duurt, beoogt vooral de Surinaamse cuisine bekend te maken en te behouden. De opzet is vooral dat diverse “fosten”-gerechten van de verschillende etnische groepen ter plekke op de authentieke wijze worden klaargemaakt.

Een mooi moment was toen president Santokhi en minister Ori de juiste ingrediënten in een “Ala Kondre”-soep mochten toevoegen. Het staatshoofd mocht behalve een ‘Madam Jeanette’ (peper) ook zelf uitkiezen wat hij nog erbij wilde. De presidentiële delegatie en de Antilliaanse bewindslieden kregen ook een rondleiding op het festival, waarbij zij bij verschillende stands een stop maakten. Het geheel werd luister bijgezet door een zangkoor, dat onder meer het lied “Ala Presi Komisi dá Botri (Elke keuken heeft een keukenprinses)” op geheel eigen wijze ten gehore bracht.