Voorafgaand aan de vergadering van de Raad van Ministers, gaf minister Miquella Huur van Regionale Ontwikkeling (RO) een toelichting op het beleidsproces en de recente ontwikkelingen binnen het ministerie. Dit persmoment vond plaats op woensdag 10 september 2025.
De minister benadrukte dat de voordrachten van de districtscommissarissen (dc’s) uitsluitend afkomstig zijn van politieke organisaties en dat het ministerie hierin geen inhoudelijke bemoeienis heeft. “De rol van RO is om de voorgedragen dc’s voor te bereiden op hun beëdiging en op de uitvoering van hun taken”, aldus de bewindsvrouw. Er wordt vanuit gegaan dat de politieke organisaties hun voordrachten baseren op competentie en deskundigheid. Op de vraag naar de tekeningsbevoegdheid gaf zij aan dat deze momenteel nog bij de zittende dc’s ligt. “Zij begeleiden de nieuw voorgedragen kandidaten conform de vastgestelde procedure. Een districtscommissaris treedt pas officieel in functie zodra een standplaats aan hem of haar is toegewezen.”
In deze overgangsfase worden de nieuwe dc’s ingewerkt en begeleid, totdat zij voldoende ervaring en kennis hebben opgebouwd om hun taken zelfstandig te vervullen. De begeleiding en training zijn deels nodig omdat sommige kandidaten geen bestuurlijke achtergrond hebben. Daarom heeft het ministerie twee weken vóór de beëdiging een voorbereidende training verzorgd. In de komende zes maanden worden in totaal 21 dc’s getraind. Dit is onderdeel van een reguliere procedure die elke vijf jaar plaatsvindt.
Vervolgens gaf minister Huur aan dat binnen het ministerie van RO de directoraten Duurzame Agrarische Ontwikkeling Binnenland, Ontwikkeling Afro-Surinamers en Ontwikkeling Inheemse Gemeenschappen fungeren als uitvoerende werkarmen. Zij ondersteunen lokale gemeenschappen via projecten, zoals het stimuleren van ondernemerschap. In dit kader zijn recent meerdere coöperaties zijn opgericht, waarmee een basis is gelegd voor verdere samenwerking en economische versterking. De bewindsvrouw merkt op dat het ministerie daarnaast ook zogenoemde kroetoes organiseert – consultatiemomenten met het traditioneel gezag – waarin de behoeften en wensen van de gemeenschappen worden besproken.
De minister ging ook in op het beleid van haar departement en lichtte het proces als volgt toe: Na de beëdiging organiseren de ressortsleden hoorzittingen, waarin ressortplannen worden opgesteld. Deze plannen worden vervolgens ingediend bij de dc, die op basis daarvan een districtsplan opstelt. Deze plannen worden doorgestuurd naar het ministerie, waar ze worden verwerkt in het beleidsplan van het ministerie.
Minister Huur gaf verder aan dat de president het decentralisatieproces binnen het ministerie wil voortzetten, met bijzondere aandacht voor de financiële onafhankelijkheid van de districtscommissarissen.“Ik sta volledig achter het idee van de president om dc’s meer verantwoordelijkheid te geven”, verklaarde de minister. “Als voormalig parlementariër ervoer ik hoe problematisch het was als gemeenschappen om ondersteuning vroegen zonder dat er middelen beschikbaar waren.” Het ministerie zal ervoor zorgen dat de dc’s over de benodigde middelen beschikken om hun taken naar behoren uit te voeren en hun districten te ontwikkelen.