Het Constitutioneel Hof van de Republiek Suriname heeft op dinsdag 31 januari 2023, een belangrijke toetsing gedaan aan de Grondwet betreffende artikel 80 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit artikel handelt over de hoedanigheden en voorwaarden die vereist worden om een huwelijk aan te kunnen gaan. Naast het verzoek om artikel 80 BW te toetsen is er ook een verzoekschrift ingediend namens een koppel van hetzelfde geslacht, dat in het buitenland is getrouwd, maar geen toegang heeft tot de huwelijksrechten in Suriname zoals getrouwde hetero-koppels. De zitting vond plaats onder leiding van mr. Gloria Stirling, voorzitter van het Constitutioneel Hof. Het document van het besluit zal eerst overhandigd worden aan de indieners van het verzoek tot toetsing en vervolgens openbaar worden gemaakt.
De toetsing vond plaats op verzoek van mr. Sharda Sitaram en mr. Milton Castelen in de hoedanigheid van advocaten bij het Hof van Justitie. Het onderwerp van het verzoek is de schending van het recht op non-discriminatie; het recht op eerbiediging van het privéleven; het familie- en gezinsleven, zoals erkend en toegekend door de bepalingen van de Grondwet van de Republiek Suriname en de voor burgers verbindende bepalingen van het Internationaal Verdrag inzake Burger en Politieke Rechten (IVBPR) en het Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens (AVRM). De verzoekers hebben twee cliënten van het mannelijk geslacht die een duurzame relatie van 34 jaren hebben opgebouwd. De cliënten worden volgens de verzoekers ondanks hun recht op non-discriminatie en op de eerbiediging van hun privéleven van hun familie en gezinsleven door artikel 80 Surinaams Burgerlijk Wetboek (SBW) belet in het volwaardig beleven van hun rechten. Hun wens en het voornemen om met elkaar in het huwelijk te treden en een gezin te stichten c.q. te vormen wordt belemmerd door voornoemd artikel.
Tijdens de toetsing komt het Constitutioneel Hof tot de volgende overwegingen; dat het Hof artikel 80 SBW uitlegt als een bepaling waarbij een huwelijk alleen tussen een man en een vrouw kan worden gesloten, en die bepaling aldus opvat als een gebod tot monogamie. Ten aanzien van de rechten van de LGBTIQ+, betreffende iemands seksuele geaardheid en de daaruit voortvloeiende mogelijkheid, een huwelijk aan te gaan, kan gesteld worden dat vooralsnog specifieke wetgeving ontbreekt en dat de bestaande huwelijkswetgeving dient te worden aangevuld. Uit bestudering van de relevante documenten is gebleken, dat de erkenning van de rechten van de LGBTIQ+ in Suriname bezig zijn te evolueren. Derhalve kan gesteld worden dat deze rechten langzaam aandacht krijgen in de samenleving.
Het Constitutioneel Hof oordeelt dat het besluit van het Centraal Bureau voor Burgerzaken houdende afwijzing van het verzoek tot overschrijving, van hun in het buitenland (Argentinië) gesloten huwelijk, in het register van huwelijken niet in strijd is met de artikelen 8 en 17 lid 1 van de Grondwet.