Facebook
WhatsApp
LinkedIn

Kabinet van de President

Expositie Traditionele Klederdrachten moet bezoekers terugvoeren naar geschiedenis

In het expositiecentrum De Hal aan de Grote Combéweg is president Chandrikapersad Santokhi de eer te beurt gevallen de Expositie Traditionele Klederdrachten voor geopend te verklaren. De activiteit wordt in het kader van de viering van 160 jaar Keti Koti georganiseerd door de Subcommissie 160 jaar Keti Koti Dey en de Nationale Commissie Jubileumjaren. Het staatshoofd benadrukte dat de Surinaamse historische c.q. traditionele klederdrachten cultureel erfgoed zijn. Cultuurdirecteur Roseline Daan zei als lid van de Nationale Commissie Jubileumjaren dat de expo de bezoekers moet terugvoeren naar de geschiedenis.

De tentoonstelling handelt volgens haar over zowel het slavernij- als het koloniale verleden. Daan merkte op dat in die periodes van de verschillende groepen een deel van hun immaterieel erfgoed is afgepakt en de identiteit is weggenomen. Zij gaf de aanwezigen onder meer mee dat men pas na de slavernij met de alom bekende koto begon. “Tijdens de slavernij kleedde men zich met daarbij het bovenlijf ontbloot. De koto is tien jaar na de emancipatie geïntroduceerd”, aldus de cultuurkenner, die ook aangaf dat de lange rokken met verschillende lagen en de angisa’s allemaal verschillende betekenissen en waarde hadden. Volgens Daan waren het de culturele uitingen zoals dans, kookkunst en klederdrachten die de mensen hun identiteit gaf.

Dat de traditionele klederdracht cultureel erfgoed is, staat voor president Santokhi vast. Het staatshoofd zegt dat de regering in het kader van natievorming alle groepen bij elkaar wil brengen. Hij merkte op dat deze natievorming wordt geëtaleerd middels de expositie waar er klederdrachten en andere uitingen van creolen, Hindostanen, Javanen, Chinezen, Inheemsen en marrons te zien zijn. President Santokhi stond net als Daan stil bij de fusering van de verschillende groepen, maar benadrukte dat desondanks de verschillende klederdrachten niet verloren zijn gegaan. “Deze historische klederdrachten zijn de brands voor ons en laten zich niet wegconcurreren”, aldus het staatshoofd, dat de nadruk legde op de culturele en emotionele waarde van dit erfgoed. Hij wees verder op de noodzaak om jongeren ook deel te maken van de kennis en het behouden van dit cultuuronderdeel.

Nadat het staatshoofd de expositie voor geopend had verklaard, waren er voordrachten van de verschillende etnische groepen. De eerste dag van de tentoonstelling – de activiteit loopt tot zondag 2 juli – werd ook bijgewoond door de vicepremier van Aruba Ursell Arends. Daarnaast waren ook first lady Mellisa Santokhi-Seenacherry en de ministers Albert Ramdin, Albert Jubithana, Krishnakoemarie Mathoera en Rishma Kuldipsingh aanwezig. De expositie is in opdracht van de subcommissie en de Nationale Commissie in elkaar gezet door IBA Events & Consultancy. Iryda Rijker, CEO van deze organisatie, gaf aan dat bezoekers tijdens de tentoonstelling ook kunnen deelnemen aan educatieve activiteiten. Dit draagt volgens haar bij aan de kennis van cultuur dankzij de rijkdom aan culturele klederdrachten.