President Jennifer Simons heeft de ontwikkelingsplannen van een aantal dorpen in ontvangst genomen. In de documenten, die op woensdag 10 december 2025 zijn aangeboden, wordt uiteengezet hoe de gemeenschappen op constructieve wijze hun gebied verder wensen te ontwikkelen. Vooralsnog gaat het om de plannen voor het Coeroenie- en het Matawaigebied.
In het nieuwe gebouw van De Nationale Assemblée, waar de plannen zijn overhandigd, sprak president Simons haar waardering uit voor het initiatief van de gemeenschappen. Het staatshoofd benadrukte dat deze plannen niet alleen van betekenis zijn voor de eerdergenoemde dorpen, maar dat zij tevens als voorbeeld kunnen dienen voor andere gemeenschappen in het land. “Wij beginnen hard te werken aan het versterken van het regionaal bestuur en het introduceren van lokaal bestuur”, sprak de president.
De inheemse en tribale volkeren beschikken volgens het staatshoofd al geruime tijd over een eigen lokaal bestuur. Volgens haar is dit echter nog onvoldoende geïntegreerd in het Surinaamse bestuursstelsel. “Ons land staat”, aldus de president, “aan het begin van een proces van echte decentralisatie.” Dit betekent dat de mensen in de districten hun eigen ontwikkeling kunnen vormgeven en zelf plannen kunnen maken. President Simons benadrukte verder dat er, in nauwe samenwerking met het traditioneel gezag, wordt gewerkt aan de oplossing van het grondenrechtenvraagstuk. De ontwikkelingsplannen die de president in ontvangst heeft genomen, vormen hierbij een waardevolle bijdrage.
Het opstellen van de ontwikkelingsplannen is tot stand gekomen in samenwerking met het Amazone Conservation Team (ACT), diverse ministeries en niet-gouvernementele organisaties (ngo’s). Minu Parahoe, Regional Director van ACT, verklaart dat is gekeken naar de bestaande methodologieën in de regio; deze zijn bestudeerd en vervolgens aangepast aan de Surinaamse situatie. “Er zijn krutu’s gehouden, waarbij gezamenlijk is besloten welke ontwikkelingsrichting de dorpen willen volgen. Het gehele proces heeft ruim anderhalf jaar geduurd.”
Volgens Parahoe is het de bedoeling om in 2026 te beginnen met één of twee dorpen aan de Tapanahony voor het opstellen van een ontwikkelingsplan. Van de negen inheemse dorpen in Zuid-Suriname hebben acht hun interesse in een dergelijk plan kenbaar gemaakt. Voor vijf dorpen is inmiddels al een ontwikkelingsdocument afgerond. Wat het Matawaigebied betreft, is voor ongeveer tien dorpen in het Boven-Saramaccagebied een plan voltooid. De gemeenschappen in de benedenloop van het gebied zullen nog aangeven of zij eveneens een ontwikkelingsplan wensen op te stellen.
In het kustgebied hebben tribale gemeenschappen reeds hun interesse kenbaar gemaakt, en Parahoe verwacht dat meer dorpen dit voorbeeld zullen volgen. De ACT-Regional Director benadrukt dat het proces van groot belang is voor de gemeenschappen die een plan hebben opgesteld, omdat zij hiermee hun eigen visie op ontwikkeling hebben vastgelegd. Nu de staat deze plannen heeft geaccepteerd, hopen de gemeenschappen dat hun wensen op constructieve wijze worden geïntegreerd in de bestaande nationale ontwikkelingsplannen.
