President Jennifer Simons heeft een ontmoeting gehad met een delegatie van de Deutsche Bank, die Suriname bezocht vanwege interesse in de ontwikkeling van Internationally Transferred Mitigation Outcomes (ITMOs); een nieuw mechanisme vergelijkbaar met carbon credits. Suriname zou hiermee mogelijk het eerste land ter wereld zijn dat ITMOs uitgeeft. De delegatie is in het land om de situatie ter plaatse te beoordelen en samenwerkingsmogelijkheden te verkennen. De meeting vond plaats op dinsdag 7 oktober 2025 op het Kabinet van de President.
Minister Patrick Brunings van Olie, Gas & Milieu legt uit dat ITMOs veel weg hebben van carbon credits, maar dat het concept vrij nieuw is. Volgens hem vallen ITMOs onder het Klimaatakkoord van Parijs en vormen ze een nieuwe manier om via metingen kredieten op te bouwen, gebaseerd op de nieuwste methodieken. Over de betekenis voor Suriname zei hij: “De waarde van zo’n ITMO ligt rond de 25 dollar, en we hebben bijkans 4,5 miljoen aan ITMOs te verhandelen.”
“Terwijl de delegatie haar onderzoek doet, gaat Suriname ook na hoe het zijn bossen kan beschermen, welke mechanismen we in place hebben, maar ook als het geld komt, hoe het besteed zou worden”, stelt de bewindsman. De regeringsfunctionaris merkt verder op dat het verkregen geld in projectvorm uitgegeven moet worden. “Het is ook niet zo dat Suriname geld krijgt en mag besteden aan alles. De projecten moeten direct gelinkt zijn aan het milieu.”
Volgens minister Brunings is aan president Simons voorgesteld om een technisch team samen te stellen met vertegenwoordigers van verschillende ministeries en specialisten, onder toezicht van een oversight committee waarin de president en de belangrijkste ministers zitting hebben. “Op die manier kunnen we elke mogelijke kans bekijken als het gaat om carbon credits”, aldus de bewindsman.
Hij benadrukt dat dit een specifieke en waardevaste kans is voor Suriname. “Als we het goed doen, beginnen we met die 25 dollar, maar op een gegeven moment is de sky the limit. Dat hangt af van hoe wij als Surinamers serieus zijn over het beschermen van ons milieu”, voegt minister Brunings eraan toe.
In dit traject zijn verschillende actoren betrokken, waaronder de ministeries van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB), Olie, Gas & Milieu (OGM), Financiën & Planning, vanwege de verdeling, monitoring en audit van de middelen én het ministerie van Buitenlandse Zaken, Internationale Handel & Samenwerking (BIS), aangezien het gaat om internationale bedrijven. Ook het Kabinet van de President speelt een rol.
De afspraak is om het technische team zo snel mogelijk te installeren. “We zijn voorzichtig, we willen niet haasten, maar het ziet er goed uit. De wereld van carbon credits verandert voortdurend, ook qua regelgeving. We hebben nu ook een serieuze en mogelijke partner die kijkt naar de feasibility, en als zij zeggen dat we ready zijn om de volgende stap te nemen, kan het iets moois worden”, aldus minister Brunings.