Facebook
WhatsApp
LinkedIn

Ministerie van Justitie en Politie

Suriname Rapporteert aan VN Comité voor de Uitbanning van Rassendiscriminatie.

Op 18 en 19 augustus 2022 werd de mensenrechtensituatie met betrekking tot de uitbanning van rassendiscriminatie in Suriname geëvalueerd tijdens een interactieve dialoog met het CERD Comité van de Verenigde Naties, ookwel het Comité voor de uitbanning van Rassendiscriminatie (CERD) genoemd. 

Suriname is één van de zeven landen, die werd geëvalueerd tijdens de 107e vergadering van het CERD Comité, die in de periode 08 – 30 augustus 2022 werd gehouden in Genève, Zwitserland.

Foto (vlnr):
Mw. Santusha Welzijn van het Bureau Mensenrechten, dhr Marie Joseph Ayissi, secretaris van het CERD Comité, mw. Patricia Meulenhof, adviseur bij met Ministerie van Justitie en Politie, Mw. Verene Albertha Sheperd, voorzitter van het CERD Comité, Minister Kenneth Amoksi van Justitie en Politie, dhr. Michal Balcerzak, vice voorzitter van het CERD Comité en special rapporteur voor Suriname, mw. Meryll Malone van het Ministerie van BIBIS en mw Rewtie Sietaram, adviseur bij het Kabinet van de President

De dialoog is onderdeel van de rapportageplicht welke voortvloeit uit het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie (CERD). Suriname werd partij bij dit verdrag op 15 maart 1984.

De dialoog met het Comité vond plaats op basis van:

  1. Het door Suriname opgestuurd nationaal rapport 
  2. Schaduwrapporten (door NGO’s etc.) 
  3. Informatie die het Comité zelf heeft uitgezocht of achterhaald

In de toespraak van Suriname en tijdens de dialoog werden o.a. vorderingen, specifieke acties en uitdagingen aangehaald op diverse gebieden, waaronder:

  • Diverse statistieken
  • De toepassing van het verdrag in het nationaal recht, de instituten die hiervoor verantwoordelijk zijn en het beleid m.b.t. het uitbannen van rassendiscriminatie, waaronder haatuitlatingen, haatmisdrijven en het aanzetten tot rassenhaat.
  • Ook is er aandacht besteed aan de status van het verdrag bij nationale rechtsbanken, afhandeling van klachten over rassendiscriminatie en de toegang tot rechtsmiddelen voor slachtoffers, bewustwordings activiteiten over de rechten in het verdrag en de status van de instelling van het Nationaal Mensenrechten Instituut conform internationaal gangbare standaarden (zgn. Paris Principles).
  • De status van de rechten van Inheemse en Tribale Volkeren werd breedvoerig besproken. In dit kader werd aan het CERD Comité informatie verschaft over de status van de ontwerpwet Collectieve Rechten Inheemse Volken en Tribale Volken en de consultaties die hieraan vooraf zijn gegaan. Het Comité werd eveneens geïnformeerd over maatregelen die er zijn om het recht van consultatie, free, prior and informed consent (FPIC) ofwel vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming te garanderen, alsook bestaande administratieve- en wetgevingsprocedures. 
  • De situatie ten aanzien van de toegang tot goede gezondheidsvoorzieningen, schoon drinkwater en kwalitatief onderwijs in het binnenland kwamen ook aan de orde.
  • Suriname heeft ook informatie verschaft over de situatie van migranten, asielzoekers, vluchtelingen, maatregelen voor het tegengaan van stateloosheid en de aanpak van mensenhandel in Suriname.

Het CERD Comité zal op basis van de dialoog haar bevindingen in de vorm van aanbevelingen (Concluding observations), aan Suriname kenbaar maken.  

Suriname zal tijdens de eerstvolgende rapportageplicht in het kader van het Internationaal Verdrag inzake de Uitbanning van Rassendiscriminatie CERD rapporteren over de maatregelen die genomen zijn om deze aanbevelingen te verwezenlijken.

Suriname werd vertegenwoordigd door een delegatie die o.l.v. de Minister van Justitie en Politie dhr. mr. Kenneth Amoksi naar Genevé is afgereisd. Voorts hebben deskundigen van o.a. het Openbaar Ministerie, De Nationale Assemblée, verschillende ministeries en het Algemeen Bureau voor de Statistiek vanuit Suriname virtueel aan de dialoog deelgenomen.