De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) heeft op vrijdag 30 september 2022 laboratoriumapparatuur overhandigd aan het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) voor een bedrag van bijna 1 miljoen USD. Met deze schenking is de laboratoriumcapaciteit van het land uitgebreid om analytische testen van voedselproducten die lokaal worden geconsumeerd en welke naar het buitenland worden geëxporteerd.
Tijdens een ondertekeningsceremonie bij het Viskeurings Instituut (VKI) benadrukte de minister van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie (EZOTI) die tevens de ad-interim minister van LVV was, het belang van de financiële middelen om de voedselveiligheid voor de Surinaamse consument te vergroten, alsook de markttoegang en exportmogelijkheden van agrarische producten uit Suriname. VKI, is een erkend en ISO-geaccrediteerd laboratorium in Suriname dat door het ministerie van LVV, Volksgezondheid en EZOTI is geselecteerd, om de cluster van laboratoria voor voedselveiligheid te leiden.
“De bijna USD 1 miljoen aan apparatuur zal de analytische testcapaciteiten in voedselveiligheidsvereisten vergroten, de broodnodige diensten uitbreiden voor zowel de particuliere als de publieke sector en het zal kansen bieden om de werking en activiteiten van voedsellaboratoria in BOG, LVV en VKI te versterken en beter te integreren, onder het nieuw opgerichte NIVS,” zei een positief ingestemde Juliette Colli – directeur van VKI en CEO a.i. van NIV.
De verbeterde laboratoriumtestcapaciteit voor voedselveiligheid biedt tijdige toegang tot betrouwbare resultaten als onderdeel van programma’s voor kwaliteits- en veiligheidsborging, verlaagt de kosten, voldoet aan internationale normen en opent verdere marktkansen voor de particuliere sector.
De Europese Unie (EU) vertegenwoordiger voor Ontwikkelingssamenwerking die ook in Suriname aanwezig is, Joan Nadal Sastre, sprak zijn waardering uit voor de inspanningen van de Regering van Suriname om de kwaliteit van de producten te verbeteren. “Wij zijn van mening dat de middelen van de EU via het SAMAP-project helpen om een robuuste landbouwsector op te bouwen en, belangrijker nog, de capaciteiten van het land en de kansen voor de particuliere sector in het buitenland te vergroten en tegelijkertijd de Surinaamse consumenten te beschermen.”
“Betere productie, betere voeding, een beter milieu en een beter leven voor eenieder, dat zijn de strategische prioriteiten van de FAO voor Suriname,” zei Reuben Robertson, FAO-vertegenwoordiger voor Trinidad en Tobago en Suriname. In zijn toespraak benadrukte hij de langdurige strategische ontwikkelingssamenwerking van de FAO met de Regering van Suriname om de nationale agenda voor voedselzekerheid en voedselveiligheid te ondersteunen. “Deze voedselveiligheidsapparatuur is niet het doel, maar eerder een instrument die tijdige toegang tot betrouwbare informatie mogelijk maakt, kosten verlaagt, ondersteunt bij het voldoen aan internationale normen en verdere marktkansen voor de particuliere sector opent. De FAO houdt vast aan haar doelstelling en zet zich in om de institutionele capaciteiten voor voedselveiligheid in het land te versterken”
“Deze apparatuur is een stap in de richting van de modernisering van de landbouwsector, de bescherming en veiligheid van onze consumenten en de mogelijkheid om de kwaliteit van onze producten te verbeteren. De oprichting van het Nationaal Instituut voor Voedselveiligheid Suriname (NIVS) en nu de verbeterde capaciteit van onze laboratorium, betekent een solide stap om deze doelen te realiseren. Dit is het resultaat van gezamenlijke inspanningen van de Regering van Suriname met ontwikkelingspartners, de Europese Unie en de FAO via het SAMAP-project,” zei minister Rishma Kuldipsingh.
SAMAP is een initiatief van de Regering van Suriname onder leiding van het Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) en wordt uitgevoerd door de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) met middelen van de Europese Unie (EU). Het belangrijkste doel is om de duurzame ontwikkeling van de landbouw te versterken door middel van een meer concurrerende en veiligere productie die de markttoegang voor groenten, fruit, wortels en knollen en bosbijproducten zal vergroten.