Paramaribo, Suriname – In een belangrijke stap voor de verdere economische ontwikkeling, hebben minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning en ambassadeur Walter Oostelbos van Nederland afgelopen maandag een overeenkomst ondertekend voor de storting van Euro 5 miljoen in het Productie Krediet Fonds (PKF).
Het PKF, beheerd door de Nationale Ontwikkelingsbank (NOB), is een cruciaal instrument ter ondersteuning van het klein- en middenbedrijf in Suriname. Sinds de start in augustus 2023 hebben maar liefst 37 bedrijven en startende ondernemingen gebruik gemaakt van het Fonds, met leningen ter waarde van ruim SRD 56 miljoen, verstrekt onder gunstige voorwaarden.
Bij de ondertekening waren ook bestuurders van het PKF en de directie van de NOB aanwezig. Danny Lachman, voorzitter van het PKF, benadrukte tijdens een presentatie dat het Fonds financieringen verstrekt aan kleine en middelgrote ondernemingen in de productiesector, met uitzondering van handel, landbouw, veeteelt en visserij. De doelstellingen van het Fonds zijn het verhogen van de concurrentiepositie, toegevoegde waarde, export en importvervanging, innovatie en diversificatie, bedrijfsefficiëntie en werkgelegenheid.
Met gunstige kredietvoorwaarden zoals een maximale leensom van SRD 5.000.000, een rentevoet van 5%, een looptijd van 15 jaar en grace periodes van 12 maanden op rente en 24 maanden op aflossing, biedt het PKF een aantrekkelijk financieringsmechanisme voor ondernemers.
Minister Raghoebarsing stelde vast dat het Surinaamse klein- en middenbedrijf veerkracht toont door goed gebruik te maken van verschillende productie-ondersteunende fondsen, die ingesteld werden terwijl de economie nog gestabiliseerd werd. En wij zien die daadkracht vertaald in een economische groei over 2024 van ruim 3%. Hij complimenteerde ook het bestuur van het PKF en de NOB voor hun goede werk werd.
Ook ambassadeur Oostelbos bevestigde het belang van het Fonds en de positieve ontwikkelingen in ons land: ‘Het zijn vooral de klein- en middenbedrijven die zo belangrijk zijn voor de vooruitgang. En er gebeurt zoveel goeds in Suriname, dat mag best wat meer aandacht krijgen’.
