“Uw voorouders, mijn voorouders, toen ze op de boot richting Suriname stapten, waren zij lotgenoten. Op de boot letten ze op elkaar, want immers als de boot zonk, verdronk iedereen.” Hiermee benadrukte Minister Bronto Somohardjo van Binnenlandse Zaken, de saamhorigheid die toen bestond bij de immigratie van Javaanse contractarbeiders 131 jaar geleden. Deze uitspraak deed de bewindsman hedenmorgen bij de kranslegging bij de Gunungan, het monument voor de Javaanse immigratie te Sana Budaya.
Deze kransleggingsceremonie is georganiseerd door de Vereniging Herdenking Javaanse Immigratie (VHJI). Andere notabelen die er ook acte de presence gaven, waren Stanley Sidoel, VHJI bestuursvertegenwoordiger, Districtscommissaris Paramaribo Noord-Oost Ricardo Bhola en Cultuur onderdirecteur Clifton Braam van het Ministerie van Onderwijs Wetenschap en Cultuur.
Als nazaat van de immigranten merkt Minister Somohardjo op dat de Javanen op verschillende fronten successen hebben geboekt, maar dat de ontberingen die de voorouders hebben moeten doorstaan, verloren dreigt te gaan. “131 jaar later leggen wij nu weer een krans ter nagedachtenis van onze voorouders en de eerlijkheid gebiedt te zeggen, along the way zijn wij onze saamhorigheid en eenheid kwijtgeraakt. En dat is niet de schuld van onze voorouders. Onze generatie heeft de saamhorigheid en eenheid laten verwateren, daarom roep ik onze generatie op om er weer voor te zorgen dat de saamhorigheid en eenheid weer hersteld wordt. Precies zoals onze voorouders dat hadden en willen. Onze ouders hebben genoeg lesgeld betaald, laat deze generatie leren van de ervaring van onze ouders”. De Biza bewindsman onderstreept, dat de huidige generatie verplicht is, aan vooral de generatie die na hen komt, om de eenheid in versneld tempo te herstellen zodat de ontberingen die hun grootouders hebben moeten doorstaan niet voor niets is geweest. Hij is blij dat er vanaf het afgelopen jaar vanuit organisaties stappen vooruit zijn gemaakt om de eenheid te herstellen. Dit is volgens hem belangrijk om ontwikkeling te brengen. “Nogmaals wij zijn lotgenoten. Als u verdrinkt, verdrink ik ook en als wij verdrinken zal de generatie na ons nooit weten wat saamhorigheid en eenheid is”, aldus Somohardjo
Hij erkent dat de Javaanse Surinamers ook een niet te verwaarlozen bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling van ons land. Sedert de contractperiode met de vele opofferingen en daarna, is deze groep een niet weg te denken deel van het Surinaams gezicht en samenleving geworden. “De Javanen behoren vandaag de dag tot de vierde grootste groep in Suriname en hebben door de jaren heen ook hun bijdrage geleverd tot het Surinaams leven. Als natie, vormen wij één gemeenschap. Wat ons allen samenbindt is de liefde voor dit mooi land. Wij vormen samen het land Suriname, een land niet slechts verenigd door de verschillende etniciteiten of culturen, maar ook door de principes van kansen, gelijkheid en vrijheid zoals vervat in onze Grondwet. Het nationaal bevolkingsbeleid van de regering zal op lange termijn bijdragen aan de sociale- en economische ontwikkeling van het land, waarbij een ieder zonder uitzondering wordt meegenomen”, aldus de bewindsman.
VHJI topper Sidoel sprak zijn respect aan de Simba’s (voorouders) en de belangrijke eigenschappen van hun waaronder de opoffering, solidariteit en de juiste keuze weten te maken. “Onze Simba’s zijn mooie beloftes voorgehouden, maar bij aankomst in Suriname bleek de teleurstelling groot. Een schaamtelijk dagloon waarmee ze nauwelijks mee, rondkwamen en zeer slechte arbeids- en leefomstandigheden, die middels een contract als een molensteen om hun nek hing. Dankzij hun opoffering en solidariteit, waaronder “Gotong Royong” hebben zij al hun ontberingen doorstaan en overleefd na vijf zware jaren, waarna hun de keuze werd voorgelegd om terug te keren en te blijven in Suriname. Het overgrootste deel koos voor ons geliefd Suriname, voor een beter toekomst voor het nageslacht en voor zichzelf”.
De bewindsman gaf aan dat er vanuit de regering dispensatie is verleend aan voornamelijk de Javaanse en Inheemse groepen om hun traditionele culturele plichten te voldoen te Sana Budaya, Palmentuin en Mariënburg. “Ik ben blij dat de regering dit besluit heeft genomen, want ik wil niet dat mijn opa en oma vanavond in mijn droom komen en vragen waarom we geen krans voor ze hebben gelegd”.
De bewindsman feliciteert de gemeenschap mede namens de regering met 131 Javaanse Immigratie.