
Op het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) vond op 10 april 2025 de inceptieworkshop van een bestrijdingsproject tegen fruit-en groentenplagen in Suriname plaats. Tijdens deze bijeenkomst zijn diverse belanghebbenden geïnformeerd over de doelstellingen en geplande activiteiten van het project.
Het ministerie van LVV is in december 2024 officieel gestart met een nieuw bestrijdingsproject tegen twee hardnekkige landbouwplagen. Met goedkeuring en financiering van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), wordt het zogenoemde Technical Cooperation Programme (TCP/SUR/4002) uitgevoerd onder de titel “Integrated Pest Management and Biological Control for Sustainable Crop Production”. Het project heeft een budget van USD 150.000.

Het project richt zich op de bestrijding van twee schadelijke insecten: de Carambola fruitvlieg (Bactrocera carambolae) en de tomaatboorder (Neoleucinodes elegantalis). Doel is om via geïntegreerde plaagbeheersing en biologische bestrijding de schade aan landbouwgewassen aanzienlijk te beperken.
De Carambola fruitvlieg is al sinds de jaren ’90 een bekende plaag in Suriname. Het insect tast diverse fruitsoorten aan door larven in de vruchten af te zetten, wat leidt tot kwaliteitsverlies en verminderde verhandelbaarheid. Tussen 1998 en 2002 voerde het ministerie al een grootschalig monitoringsprogramma uit, waarbij vallen werden geplaatst om de plaag onder controle te krijgen. Met succes – tot de internationale financiering opdroogde. Sindsdien is de populatie weer toegenomen.

Op dit moment mag Suriname mangovruchten slechts exporteren vanuit bepaalde gebieden in het district Nickerie die vrij zijn van de fruitvlieg. Om de plaag landelijk onder controle te krijgen, kiest het ministerie van LVV nu voor een duurzame aanpak, namelijk de inzet van een natuurlijke vijand, een zogenaamde parasitoïde. Deze parasitaire insecten worden geïmporteerd uit Hawaï en zullen eerst in het laboratorium van het ministerie worden gekweekt en onderzocht voordat ze in het veld worden uitgezet.

Naast de fruitvlieg vormt ook de tomaatboorder een serieuze bedreiging voor de landbouw. Deze mot, die sinds 2005 in Suriname is gesignaleerd, tast met name tomaten aan, maar ook de populaire boulangervrucht. De larven ontwikkelen zich in de vruchten, wat leidt tot interne schade die vaak pas bij het opensnijden zichtbaar is. Dit bemoeilijkt export, zeker richting de Europese Unie, waar regelmatig meldingen van besmette exportpartijen worden gedaan. Een blijvend hoge notificatiefrequentie kan leiden tot een verbod op export van deze producten naar Europa.

Om dat scenario te voorkomen, heeft het ministerie van LVV technische assistentie gevraagd aan de FAO. Een ervaren expert zal worden ingezet om een effectieve lokstof te ontwikkelen voor het verbeteren van de monitoring van de tomaatboorder. Tegelijkertijd worden telers ondersteund met kennis en middelen om de plaagpopulatie op het veld sterk te reduceren.
Met dit project zet Suriname een belangrijke stap richting duurzame en effectieve plaagbeheersing in de landbouwsector. De inzet van biologische methoden draagt niet alleen bij aan een hogere voedselkwaliteit, maar versterkt ook de exportpositie van het land op de internationale markt.
