Facebook
WhatsApp
LinkedIn

Ministerie van Financiën en Planning

IMF 2025 Artikel IV concludeert: hoge pre-verkiezingsuitgaven verstoren het macro-economisch stabilisatie proces

Van 10 – 21 November bezocht een delegatie van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), Suriname voor de reguliere Article IV Consultatie. Met Suriname’s toetreding tot het IMF in 1978, heeft het land zich gecommitteert aan de surveillance verplichtingen vervat in de Articles of Agreement van het Fonds middels de uitvoering van deze consultaties.

Dit is de eerste Article IV missie na het EFF programma en heeft dus naast de normale surveillance ook een monitoringskarakter, waarbij de met het programma doorgevoerde en geïnitieerde maatregelen worden gemonitoord. Met ruim 50 ontmoetingen in 10 werkdagen, wordt een doorsnee van de Surinaamse economie geconsulteerd en worden de uiteindelijke bevindingen vastgelegd in het Article IV rapport, welke in januari 2026 in de Uitvoerende Raad van het IMF zal worden behandeld en na toestemming van de autoriteiten gepubliceerd.

Het IMF constateert dat de in juli 2025 aangetreden regering onderstreept dat aan de vooravond van olie exploitatie voor de kust en de daarmee gepaard gaande grote inkomsten voor de Staat, significante hervormingen zullen moeten plaatsvinden ter vergroting van de binnenlandse absorptiecapaciteit middels de verbetering van de gezondheids-, onderwijs-, infrastructuur- en diversificatie potentie van de economie.

Toch toont het Fonds haar bezorgdheid met betrekking tot dreigende ontsporingen van het macro-economisch stabilisatieproces. De basis oorzaak van deze verstoring mag vooral gezocht worden in de buitensporige pre-electoraleoverheidsuitgaven die een sterke geldgroei veroorzaakten met een krachtige doorwerking via de vraag naar goederen, diensten en vreemde valuta. Daardoor steeg de inflatie en de wisselkoers kwam onder toenemende druk te staan. In dit kader meldt het Ministerie van Financien en Planning dat zij reeds de nodige maatregelen  treft ter verbetering van de overheidsfinancien, zodat de druk op het monetair beleid beheersbaar blijft.

Ook pleit het IMF voor de versterking en operationaliseren van cruciale instituten zoals het Spaar- en Stabilisatiefonds (SSF), de introductie van een vijf-jaar overheidsfinancieel plan inhoudende uitgavenplafonds en een houdbaarheidsdoelstelling voor de totale staatsschuld. Ondanks de nijpende ontwikkelingsbehoeften, zullen de autoriteiten zeer zorgvuldig de uitgaven moeten  beperken.

Er is tevens aandacht gevraagd voor de toenemende electriciteitssubsidies en de inefficiënte sociale uitgaven. Daarnaast is gepleit voor de verdere versterking van transparantie- en anticorruptie controle mechanismen, voorlopend op de enorme toename van inkomsten uit de verkoop van fossiele brandstoffen. Voorts, wordt met nadruk gevraagd dat bij de Staatsbedrijven het bestuur en het financieelbeheer transparanter worden, waarbij niet geschroomd moet worden om slecht of ondermaats presterende bedrijven af te stoten.

De autoriteiten benadrukken hun welwillendheid en inzet om de economie te brengen op het pad van stabilisatie, duurzame groei en ontwikkeling.