Op donderdag 8 augustus vond de persbriefing plaats van de 7e IMF-review. Hierbij hebben de Surinaamse overheid en de IMF-delegatie belangrijke details gedeeld over de essentiële rol van het naleven van de begroting en financiering van de staatsschuld.
Minister Raghoebarsing gaf aan dat de huidige macro-economische stabiliteit kwetsbaar is en beschermd moet worden. Hij benadrukte ook dat de verantwoordelijkheid voor een solide begroting niet alleen bij het ministerie van Financiën ligt, maar een gezamenlijke taak is van alle ministeries. “Het is daarom van belang dat alle ministeries hun begrotingen strikt beheren en zowel de inkomsten als de uitgaven binnen de goedgekeurde begrotingslimieten houden”, gaf de minister aan.
Voor deze review moet Suriname aan twee prior actions voldoen. Een belangrijke is de subsidieproblematiek aan de Energiebedrijven Suriname (EBS) die op USD 70 miljoen ligt. Vanaf januari tot juli dit jaar is voor een totaalbedrag van USD 60 miljoen aan voorschotten en dividenden van Staatsolie ontvangen. Dit bedrag is rechtstreeks aangewend voor subsidies aan de EBS, waarbij nog een aanvullend bedrag van USD 10 miljoen noodzakelijk was om de elektriciteitsvoorziening te waarborgen. Deze situatie is niet houdbaar en kan niet voortgezet worden”, aldus de minister van Financiën. Hij gaf aan dat in goed overleg met EBS besloten is dat de extra gelden van tariefsverhogingen zullen terugvloeien naar de staatsbegroting. “Deze maatregelen zijn noodzakelijk, om de economische stabiliteit te behouden. Als daaraan niet voldaan wordt, komt de volgende tranche van het IMF niet binnen en dreigt het programma te stoppen”, benadrukte minister Raghoebarsing. De tweede prior action betreft de herkapitalisatie van de Centrale Bank van Suriname. Hiervoor moet een herkapitalisatieplan aan het IMF worden aangeboden, een concept van dit plan is reeds geformuleerd.
