De Nationale Assemblee (DNA) heeft kamerbreed haar goedkeuring gegeven aan twee wetten die dienen voor het maken van beleid én het verder ontwikkelen van de toerismesector in Suriname. Op donderdag 13 april 2023 is de ontwerpwet houdende regels ter regulering en bevordering van de toerismesector in Suriname (Toerisme Raamwet) en de ontwerpwet instelling van de Suriname Toerisme Autoriteit (Wet Suriname Toerisme Autoriteit) met algemene 33 stemmen aangenomen. Parlementsvoorzitter Marinus Bee sprak van een zware bevalling, maar zegt dat de leden van het college hebben bewezen dat zij het samen kunnen.
Zowel de fractieleiders, overige parlementsleden als minister Albert Jubithana van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT) hadden opgeroepen deze wetten te ondersteunen. De bewindsman bedankte het parlement voor zijn onuitputtelijke inzet alsook eenieder die gevraagd en ongevraagd een bijdrage heeft geleverd. Hij waardeerde de kritische houding van het college tijdens de behandeling. De TCT-minister noemt de wetten Surinames eigen Final Investment Decision (FID). Volgens hem heeft Suriname met 93 procent bosbedekking niet alleen een groene El Dorado, maar meer nog verschillende culturen, die tot een gemaakt moeten worden zodat wij als land toerisme naar een veel hoger niveau tillen.
De bewindsman antwoordde op opmerking van het parlement ten aanzien van beleid in de sector, dat de wetten juist daartoe bestemd zijn. “Beide wetten moeten we behandelen en goedkeuren om verder beleid te maken voor het ontwikkelen van de toerismesector.” Minister Jubithana merkt op dat Suriname heel veel sterke kanten heeft, wanneer het op toerisme aankomt. Hij noemt de Surinaamse keuken, cultuur en natuur. “Bij het maken van beleid moet er gekeken worden naar de unique selling points. Wat hebben wij meer dan anderen? Wat kunnen we meer dan anderen? Wat kunnen we anders ontwikkelen?”, aldus de bewindsman.
De TCT-minister merkt onder meer op dat Suriname een van de weinige landen op het westelijk halfrond is met een Javaanse gemeenschap en marrons in achterland. Daarnaast wordt er volgens hem in Israël erover gesproken dat Suriname Joden in de zestiende eeuw een veilige haven heeft bezorgd. Hij noemt deze gegevens deel van het Surinaams erfgoed. “Dat zijn zaken die we beter tot uiting kunnen brengen en cultuuruitingen kunnen propageren en ontwikkelen.” De bewindsman benadrukt dat Suriname bij het formuleren van toerismebeleid dus ook moet nagaan welke groepen het land wil aantrekken. De private sector moet hierin ook betrokken worden, omdat zij vooral veel heeft getrokken aan de toerismewetten.
