Facebook
WhatsApp
LinkedIn

Ministerie van Olie, Gas en Milieu

Suriname versterkt strijd tegen mariene afval via regionaal PROMAR-project

Suriname zet een nieuwe stap in de bescherming van zijn mariene ecosystemen door deel te nemen aan het regionale PROMAR-project (Prevention of Marine Litter in the Caribbean Sea). Dit initiatief richt zich op het terugdringen van afvalstromen – met name plastic verpakkingen en wegwerp plastic – die in de Caribische Zee terechtkomen, en stimuleert circulaire economie-oplossingen in de regio.

Het PROMAR-project wordt gefinancierd door het Duitse Federale Ministerie voor Milieu, Natuurbescherming en Nucleaire Veiligheid (BMUV) en gecoördineerd door Zukunft – Umwelt – Gesellschaft gGmbH (ZUG). Het project loopt tot december 2026 en omvat acht landen: de Dominicaanse Republiek, Costa Rica, Colombia, de Britse Maagdeneilanden, Guyana, St. Kitts en Nevis, Suriname en Trinidad en Tobago.

In het kader van PROMAR organiseerde Suriname op 5 november jl. een nationale beleidsdialoog over afvalbeheer, Extended Producer Responsibility (EPR) en de aanpak van mariene afval. De bijeenkomst werd geleid door Green Heritage Fund in samenwerking met Stichting SuReSur. Vertegenwoordigers van de overheid, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen, het bedrijfsleven en internationale partners gingen met elkaar in gesprek over duurzame oplossingen.

Met behulp van een interactieve methodiek, ontwikkeld door adelphi, werden bestaande uitdagingen in kaart gebracht en gezamenlijk beleidsvoorstellen uitgewerkt die bijdragen aan beter afvalbeheer en schonere zeeën. De nadruk lag op samenwerking, innovatie en haalbare resultaten.

De beleidsdialoog had als doel om:
– verschillende sectoren samen te brengen om afvalbeheer en mariene afval te bespreken;
– de belangrijkste hiaten in beleidsmaatregelen en handhaving te identificeren;
– praktische en uitvoerbare beleidsoplossingen te ontwikkelen;
– internationale voorbeelden te delen die toepasbaar zijn in de Surinaamse context;
– een routekaart op te stellen voor vervolgoverleg en implementatie.

De verwachte uitkomst van deze meeting was een gedeeld begrip van de uitdagingen én de eerste bouwstenen voor nieuwe beleidsmaatregelen die helpen om afvalstromen richting de zee te beperken.

Met deelname aan PROMAR benadrukt Suriname zijn vaste voornemen om de impact van plasticvervuiling te verminderen en middels actievere participatie in eigen land bij te dragen aan een gezondere, duurzamere Caribische regio.

Volgens Glenn Ramdjan van Stichting SuReSur is er een positieve groei in het bewustzijn om afval te scheiden, maar het gebeurt in Suriname nog onvoldoende. Een groot probleem blijft zwerfafval. Hoewel er bewustzijn lijkt te bestaan over de negatieve gevolgen van vuil op straat gooien of grootschalig dumpen, is het gedrag van mensen anders. Er moet gedragsverandering plaatsvinden voor een duurzame oplossing. De overheid moet de bevolking opvoeden via wetgeving en taakstraffen. Het gedoogbeleid moet uiteindelijk stoppen.

Ramdjan benadrukte ook het belang van wetgeving voor EPR in Suriname. EPR staat voor Extended Producer Responsibility, oftewel uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. Dit beleidsprincipe maakt producenten verantwoordelijk voor de volledige levenscyclus van hun producten, met name voor de afvalfase. Dat betekent dat bedrijven niet alleen verantwoordelijk zijn voor het maken en verkopen van hun producten, maar ook voor wat er daarna met die producten gebeurt, bijvoorbeeld wanneer ze worden weggegooid.

EPR houdt in dat producenten (of importeurs) moeten zorgen voor:
– het inzamelen van afgedankte producten of verpakkingen;
– het recyclen of hergebruiken van materialen;
– en in sommige gevallen het leveren van financiële bijdragen aan afvalbeheersystemen.

Monique Pool van Green Heritage Fund benadrukte dat samenwerking tussen alle partners essentieel is om het plasticprobleem op te lossen. Tijdens een van de presentaties kwam naar voren dat Suriname een van de top vier vervuilende landen is. Hoewel onduidelijk is waar deze cijfers vandaan komen, wil Suriname zeker niet tot die top behoren.

Green Heritage Fund draagt bij aan bewustwording en gedragsverandering door kleine schoonmaakacties, samenwerking met de Nationale Milieu Autoriteit rond plasticproductie en -vervuiling, ondersteuning van de overheid bij het internationale plasticverdrag en voorlichting op scholen binnen de context van klimaatverandering.

Over de verwachtingen van de PROMAR-bijeenkomst gaf Pool aan dat zij hoopte dat er een gezamenlijke visie tot stand komt over de gewenste koers voor EPR. Volgens haar gaat het niet alleen om lokaal geproduceerd plastic; Suriname importeert ook grote hoeveelheden plastic. Daarom is het belangrijk dat uit deze bijeenkomst concrete stappen voortkomen die leiden tot wetgeving en structurele oplossingen.

Het PROMAR-project wordt geleid door Adelphi, dat verantwoordelijk is voor de algemene coördinatie en technische ondersteuning van het project in de deelnemende landen. Adelphi zorgt ervoor dat de uitvoering in elk land soepel verloopt en ondersteunt lokale partners met technische expertise. Daarbij ligt de nadruk op capaciteitsopbouw, kennisuitwisseling en het organiseren van bijeenkomsten waarin beleidsmakers en andere belanghebbenden samenwerken aan duurzame oplossingen.

Een belangrijk onderdeel van de aanpak van Adelphi is de beleidsprototypemethodologie, die het instituut al meer dan vijftien jaar toepast. Deze methode brengt overheden, bedrijven, universiteiten en maatschappelijke organisaties samen om gezamenlijk te werken aan concrete beleidsvoorstellen. Door verschillende perspectieven te combineren, ontstaan oplossingen die zowel realistisch als duurzaam zijn.

In eerdere projecten heeft deze aanpak geleid tot tastbare resultaten, zoals de invoering van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (EPR), diverse verboden op wegwerpplastics en statiegeldregelingen in meerdere landen in de regio. Deze maatregelen tonen aan dat gezamenlijke beleidsontwikkeling niet alleen theoretisch blijft, maar daadwerkelijk leidt tot concrete verbeteringen in afvalbeheer en circulaire economie.

Voor Suriname liggen er belangrijke kansen om de preventie van mariene afval te versterken binnen een circulaire economie. Momenteel beschikt het land nog niet over een volledig ontwikkeld afvalbeheersysteem, waardoor het opzetten van een efficiënt en duurzaam systeem een belangrijke prioriteit vormt. De Surinaamse overheid heeft de ambitie uitgesproken om dit verder te ontwikkelen, wat een positief uitgangspunt biedt voor toekomstig beleid.

Daarnaast vormt EPR-beleid een cruciale stap in de overgang van een lineaire naar een circulaire economie. In Suriname zijn er momenteel slechts enkele circulaire bedrijfsmodellen actief, die samen een klein deel van het afval verwerken. Door de invoering van EPR en verbeterde regelgeving voor afvalinzameling en -beheer kunnen circulaire initiatieven worden gestimuleerd en versterkt, wat zal bijdragen aan een duurzamer en efficiënter afvalbeheersysteem.

De beleidsdialoog die binnen het PROMAR-project in Suriname wordt georganiseerd, maakt deel uit van een bredere regionale strategie om duurzame afvalbeheersystemen in het Caribisch gebied te bevorderen. Tijdens deze bijeenkomsten worden belanghebbenden uit verschillende sectoren samengebracht om gezamenlijk te werken aan praktische oplossingen en beleidsaanbevelingen.

Door de actieve deelname van overheden, het bedrijfsleven, NGO’s en kennisinstellingen ontstaat een breed draagvlak en een gevoel van gedeelde verantwoordelijkheid voor de uitvoering van duurzame maatregelen. Deze samenwerkingsgerichte aanpak versterkt niet alleen de positie van Suriname, maar draagt ook bij aan de regionale vooruitgang op het gebied van afvalbeheer en circulaire economie.

Adelphi is optimistisch over de toekomst: “We hebben al vooruitgang geboekt in de regio, en we zijn ervan overtuigd dat Suriname binnen enkele jaren sterke beleidsmaatregelen zal hebben op het gebied van EPR en afvalbeheer.”