
Suriname heeft deelgenomen aan de 18e Vergadering van de Partijen bij het Cartagena-verdrag inzake de bescherming en ontwikkeling van het mariene milieu in het Caribisch gebied (COP 18), samen met de COP’s van het LBS-protocol (Land-Based Sources of Marine Pollution) en het SPAW-protocol (Specially Protected Areas and Wildlife). De conferentie vond plaats van 13 tot en met 16 oktober 2025 in Kingston, Jamaica, onder auspiciën van het United Nations Environment Programme (UNEP).
Tijdens de interventie bevestigde Suriname zijn vaste toewijding aan de bescherming van het mariene milieu en de biodiversiteit, ook in het licht van de geplande offshoreactiviteiten in de oliesector. Het land benadrukte het belang van duurzaam en verantwoord beheer van mariene hulpbronnen, in lijn met internationale verdragen en regionale protocollen. De nadruk werd erop gelegd dat de ontwikkeling van de Blue Economy hand in hand moet gaan met natuurbehoud, ecologische monitoring en naleving van milieunormen.
Suriname sprak zijn bezorgdheid uit over de toenemende sargassumvervuiling (een bruinwier dat in grote hoeveelheden aanspoelt aan de Caribische kusten) die kustecosystemen, visserij en toerisme in de regio bedreigt in het Caribisch gebied. Het land pleitte voor regionale samenwerking, early-warningsystemen en onderzoek naar duurzame verwerking van sargassum, bijvoorbeeld voor compostering en biogasproductie. Daarnaast werd de nationale inzet voor afvalbeheer en vervuilingsreductie toegelicht. Suriname verwees naar de uitvoering van het PROMAR-project, dat gericht is op de bescherming van mariene en kustecosystemen.
Deze initiatieven sluiten aan bij de doelstellingen van de LBS- en SPAW-protocollen, waarin Suriname actief participeert.
Suriname herbevestigde zijn commitment om vervuiling, afval en afvalwater structureel aan te pakken, en werkt aan de ratificatie van het Cartagena-verdrag en de protocollen om een volwaardige partner te worden in de regionale besluitvorming. Het Ministerie van Olie, Gas en Milieu zal blijven samenwerken met UNEP-CEP, CARICOM en andere landen van de regio om te bouwen aan een duurzame, veerkrachtige en biodiversiteitsrijke Caribische Zee.