De Uitvoerende Raad van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft op 14 juni de tweede herziening van de verlengde regeling onder de Extended Fund Facility (EFF) voor Suriname afgerond. Hierdoor kunnen de autoriteiten het equivalent van SDR 39,4 (USD 53 miljoen) opnemen, waardoor de totale uitbetaling op SDR 118,2 (USD 159 )miljoen komt. SDR staat voor Special Drawing Right. Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning heeft in gesprek met de Communicatie Dienst Suriname (CDS) op donderdag 15 juni aangegeven dat na vier gemiste reviews de hervatting van steun aan ons land uiteindelijk is goedgekeurd. “Er is heel veel vertraging geweest in het programma. Een jaar geleden waren we goed op weg met redelijk stabiele koersen. Echter ging het verkeerd door brandstofsubsidies en looncorrecties. De president is toen op het hoogste niveau in dialoog gegaan met de monetaire instelling”, aldus de financiënminister.
De bewindsman onderstreept dat de onderhandelingen met het IMF veel tijd en energie hebben gevergd. “Wij hebben het IMF kunnen overtuigen om te heronderhandelen en het programma op een lager tempo uit te voeren.” De bewindsman merkt op dat er twee mogelijke scenario’s waren. “Het IMF had de stekker eruit kunnen halen en zeggen dat het programma mislukt is. Het tweede scenario was om te proberen het programma te redden met bijzondere inspanningen.” Hij geeft aan dat alle relevante actoren gezamenlijke inspanningen geleverd hebben om het economisch herstelprogramma weer op de rails te krijgen en de economie te stabiliseren – voornamelijk door de begrotingsdiscipline te herstellen – en tegelijkertijd de sociale bijstandsprogramma’s uit te breiden om de armen te beschermen. Dit heeft het Internationaal Monetair Fonds ook benadrukt in een persbericht.
Minister Raghoebarsing vertelt dat kort na het aantreden van de regering Santokhi – bij het bekijken van de cijfers op het departement – al bekend was dat Suriname op eigen kracht de economie niet gezond zou kunnen maken. “Het liefst heb je als land dat je nooit naar het IMF hoeft te gaan. Wij waren in die positie dat het wel moest”, verduidelijkt ’s lands penningmeester. Volgens de bewindsman is er toen aan het IMF aangegeven dat Suriname zich ervan bewust is dat het verkeerd is gegaan in het land. “Wij hebben aangegeven dat we met of zonder ondersteuning van de monetaire instelling orde op zaken moeten gaan stellen. Wij hebben ze ook laten weten dat zonder hun support het een stuk moeilijker gaat. Er is toen naar ons geluisterd.” De financiënminister zegt dat het IMF ook gezien heeft dat tijdens de stagnatie Suriname door is gegaan met het uitvoeren van de diverse maatregelen om de macro-economie weer gezond te krijgen.
De minister laat optekenen enorm blij te zijn dat het programma behouden is gebleven. “Wij hebben offers gebracht; ondanks het mislopen van USD 220 miljoen door de gemiste reviews zijn we doorgegaan met de economische hervormingen. Het doet goed om te zien dat we indruk hebben gemaakt op het IMF. Het fonds prijst de inspanningen van de Surinaamse regering om de economie te herstellen. De minister merkt op dat het aangepaste IMF-programma, dat voldoet aan de eisen van de Surinaamse realiteit, alleen tot stand is gekomen door commitment van regering, deskundigen en veerkracht van het volk.