Naar aanleiding van online verschenen berichten die suggereren dat het project rehabilitatie van ’t Hogerhuysstraat geen voortgang zal vinden, acht het Ministerie van Openbare Werken het nodig om duidelijkheid hieromtrent te verschaffen.
Voormeld project dat gefinancierd wordt door de Inter Americaanse Ontwikkelingsbank (IDB) is opgesplitst in 3 delen w.o de vervanging van de brug te Saramaccadoorsteek en de rehabilitatie van de van ’t Hogerhuysstraat. Thans is het gedeelte van vervanging van de brug in uitvoering en op schema. Het derde deel heeft betrekking op de in uitvoering zijnde bouw van een logistics center op het Nieuwe Havencomplex welke dit jaar opgeleverd moet zijn. De tweede fase van dit project gaat door nadat de eerste fase is opgeleverd.
Voor wat betreft de rehabilitatie van de weg is op 20 februari 2024 de aanbesteding gehouden waarna het proces van evaluatie van de aanbiedingen is gestart. Zoals gebruikelijk wordt gedurende dit proces confidentieel omgegaan met de inschrijvingen en mag o.b.v. gebruikelijke esthetische regels geen informatie worden gedeeld met actoren buiten de formele actoren betrokken bij het project. Alzo is een pre advies ter goedkeuring voorgelegd aan de IDB. Door de IDB zijn hierna conclusies getrokken dat informatie m.b.t de evaluatie van de inschrijvingen terecht is gekomen bij derden en dat derhalve de confidentialiteit in het geding is. Voorts zij vermeld dat de IDB geen melding maakt van een integriteitsvraagstuk maar slechts twijfels heeft uitgesproken omtrent de confidentialiteit waarmee met de informatie is omgegaan.
Het is voor de interne organisatie en vanuit de inschrijvers wel duidelijk om confidentieel om te gaan met informatie omtrent de evaluatie van inschrijvingen, doch kan worden aangenomen dat delen uit voormelde groepen zich niet altijd bewust zijn hiervan. Dit leidt tot vertragende resultaten zoals het geval zich thans voordoet voor de aanbesteding van de rehabilitatie van de van ’t Hogerhuysstraat. Daarbij heeft de IDB kenbaar gemaakt dat een her-aanbesteding gehouden dient te worden o.b.v. aangescherpte gunningscriteria, welk proces reeds is ingezet middels het herschrijven van het uitvoeringsdossier.
Zijdens het Ministerie van Openbare Werken zullen de nodige stappen op korte termijn worden genomen om soortgelijke situaties in de toekomst te voorkomen. Deze kunnen als volgt worden weergegeven:
- steeds een andere adhoc evaluatiecommissie te benoemen voor het evalueren van inschrijvingen verkregen uit de her-aanbesteding;
- het herbeoordelen van actoren binnen de diverse beroepensectoren op de vakbekwaamheid en het bijbrengen van de code of ethics;
- het bewerkstelligen van de mogelijkheid tot prijsonderhandelingen bij leningsprojecten ten einde een efficientere besteding van leningsmiddelen te bereiken.
Uiteraard is het houden van een her-aanbesteding voor leningsprojecten geen nieuwigheid en wordt verwezen naar het project voor het opzetten van een logistics center welke indertijd ook is her-aanbesteed. Op het ministerie van Openbare Werken komt het ook voor dat her-aanbestedingen plaatsvinden om diverse reden. Het is dus geen vreemd verschijnsel, maar wel een teken van degelijk beleid binnen wet en recht en ethiek. Verder hebben deelnemers aan aanbestedingen altijd de mogelijkheid om via de bestaande regels de aanbesteder ter verantwoording te roepen, doch is dit pas mogelijk indien het volledig traject van de evaluatie is doorlopen. De praktijk wijst uit dat dit in het laatste geval zich heeft voorgedaan bij de gunning van het project voor de schoonmaak van het Saramaccakanaal, gefinancierd door de Wereldbank, waarbij een inschrijver zich gewend had tot de kortgedingrechter.
Aangezien het traject van de her-aanbesteding tot de gunning voor de rehabilitatie van de van ’t Hogerhuysstraat en de Slangenhoutstraat enige tijd in beslag zal nemen, zullen op het uitvoeringsnivo van het project de noodzakelijke maatregelen worden getroffen zoals het aanpassen van de aansluitingswegen naar de nieuwe brug in de van ’t Hogerhuysstraat over het Saramaccakanaal.
Tenslotte betreurt het Ministerie van Openbare Werken dat deze situatie zich heeft voorgedaan en roept media bedrijven op in het vervolg contact te maken met het ministerie voor de juiste informatie en eenzijdigheid te vermijden.