Het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC) is voornemens de koers die het op wil gaan, goed in kaart te brengen en tevens het landschap te schetsen voor prioriteiten op de korte en lange termijn. Het doel is een integrale en landelijke aanpak voor de verdere ontwikkeling van het onderwijs in Suriname. Tijdens een persconferentie op donderdag 22 juni in het CENASU-gebouw heeft minister Henry Ori de problemen binnen het onderwijs erkend. Hij zegt dat het voor zijn departement van belang is een strategische visie te presenteren en aan te geven wat de oplossingsmodellen zullen zijn.
“Het onderwijs heeft over het algemeen heel veel problemen op verschillende niveaus en van verschillende aard. Het is zaak om successievelijk te werken aan de korte en lange termijn oplossingen.” De bewindsman merkt op dat sommige problemen een incidenteel karakter hebben, zoals de situatie te Guyaba, waar de school wederom door een geestesgestoorde man wordt geteisterd en leerkrachten om deze situatie terug naar de stad zijn. Dit met als gevolg dat ruim 200 kinderen van onderwijs zijn verstoken. Minister Ori zegt dat de agenda van zijn ministerie hierdoor afwisselend blijft. En, het moet niet uit het oog worden verloren dat de koers van het ministerie vanwege de verschillende beleidsgebieden ook veelzijdig is.
De onderwijsminister werd tijdens het persmoment ondersteund door verschillende functionarissen van zijn ministerie. Zij zijn breedvoerig ingegaan op projecten die momenteel in uitvoering zijn of welke in de pijplijn liggen. Er zal volgens minister Ori spoedig beleid ontwikkeld worden voor het hoger en wetenschappelijk onderwijs. Hij geeft aan dat op dit stuk meerdere vraagstukken spelen zoals wetgeving, accreditatie en het aansturen van de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Voor de hogeschool zal er een gericht programma worden uitgewerkt. Het onderwijsministerie maakt zich momenteel op voor de afronding van het schooljaar 2022-2023. “Wij doen er alles aan om de examens zo goed mogelijk te laten verlopen. Het examenbureau draait overuren”, aldus minister Ori.
Hij stond ook stil bij de start van de toets voor Leerjaar 10 alsook de voorbereidingen rond de plaatsing van leerlingen van Leerjaar 9 en 11 en die van het eerste leerjaar VOS. De bewindsman merkt op dat er verwarring is over enkele zaken, maar geeft aan dat er middels communicatie voor een oplossing gezorgd zal worden. Met scholen is er afgesproken dat die goed omgaan met de overgangsnormen. De kwestie “doorstroming” heeft ook de aandacht van ministerie Ori. Hij spreekt van een discussiepunt, waarover er tegelijk veel feedback is. Alvast zal op basis van evaluatie worden nagegaan wat de situatie na 1 oktober zal moeten zijn.
Het minOWC heeft het Projectbureau Internationaal in het leven geroepen wanneer het gaat om buitenlandse ondersteuning. Minister Ori: “Wij krijgen heel veel ondersteuning van een aantal donoren, maar ook de diaspora heeft interesse om te helpen.” De bewindsman zegt dat er tijdens het recente bezoek van de Nederlandse minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Robbert Dijkgraaf, een intentieverklaring is getekend. Afgesproken is dat de Nederlandse partner minOWC op velerlei gebieden zal ondersteunen. Minister Ori noemt het tot stand brengen van wetgeving, institutionele versterking, en ondersteunen bij zowel de onderwijsvernieuwing als de universiteit. De bedoeling is dat er een onderwijsattaché komt zodat de ondersteuning op diverse gebieden volgens korte lijnen verloopt.