Minister Riad Nurmohamed van Openbare Werken pleit ervoor, dat er voor nu geen grote infrastructurele projecten worden uitgevoerd. Dit gelet op de financiële positie van de overheid. De bewindsman is geen voorstander om in dit stadium veel geld uit te geven en eventueel meer schulden aan te gaan.
Er moet nog heel wat aan onze infrastructuur gedaan worden maar de middelen zijn er niet, beklemtoond de minister. In gesprek met de Communicatie Dienst Suriname (CDS) geeft de bewindsman aan dat er flink is geknipt in de begroting van het ministerie van OW. Dit is noodzakelijk om de financiële crisis te stabiliseren. ‘’Je moet een jaar even geen geweldige dingen gaan doen’’, aldus minister Nurmohamed. Gebeurt dat niet, zal er over een jaar nog minder gedaan kunnen worden, meent hij. In De Nationale Assemblee (DNA) is onlangs de grote schuld van het ministerie gepresenteerd. Ruim SRD 500 miljoen moet er vanaf 2013 aan aannemers betaald worden. Ondertussen heeft de minister met de aannemers gesproken en de afspraak is dat de schulden worden betaald. De bewindsman zegt geenszins van plan te zijn 1het pad van steeds schulden maken op te gaan en die over te laten aan de komende generatie. De opdracht is ook gegeven om alle populistische projecten stop te zetten. De minister kiest voor dit moment voor projecten waar er veel impact kan zijn voor burgers en andere instituten in de samenleving.
Evenwel wordt gekeken naar het bekende baggerproject. Minister Nurmohamed vindt het jammer dat deze kwestie zeer slordig is voorbereid door de vorige regering. Bij de Raad van Ministers ligt er een drietal voorstellen te weten doorgaan, betalen van een kleine boete en ermee stoppen voordat het erger wordt of een gedeeltelijke voortzetting. Het is niet netjes om dit project nu over te hevelen naar de particuliere sector en te zeggen dat ze met het geld op tafel moeten komen, vindt de politicus. Vanaf het begin zou het bedrijfsleven betrokken moest worden om dit project te helpen uitvoeren. De hoop is dat de Raad van Ministers spoedig hierover bijeenkomt en het bedrijfsleven achter zich krijgt om volledig dit project over te nemen.