Op maandag 7 oktober 2024 heeft minister Krishna Mathoera van Defensie samen met haar directieteam, de militaire officieren die ingedeeld zijn op het Centraal Kantoor ingelicht over de grote stappen die in de afgelopen periode vooruit zijn gezet. Zij noemde onder andere de lease van een schip voor de Marine, de Operatie Gran Mati waarbij in de afgelopen vier jaren meer dan 10.000 Surinamers medische zorg hebben gehad en meer dan 600 personen een bril hebben ontvangen. Verder ook de leiderschapscursussen aan meer dan 75 personen, ontwikkeling van een eigen Bevelvoering- en Stafcursus, bevordering van 3.626 personen, 1.361 vaste aanstellingen, 807 gratificaties en 322 decoraties. Enkele andere unieke ontwikkelingspunten volgens de minister zijn dat de bijzondere toelage voor militairen tot twee keer is verhoogd, verhoging van de prestatietoelage, het introduceren van een SZF-premium kaart en het opzetten van een begrafenisfonds. Ook zijn 450 personen naar het buitenland gestuurd voor een training, seminar of conferentie.
De minister heeft het verder ook gehad over een aanbesteding voor de renovatie van barakken. “We hebben heel veel processen verbeterd, maar we zijn er nog niet. HRM, logistiek, medisch en presentie gaat verbeterd worden. We gaan binnenkort ook naar prestatie, want ook dat is belangrijk om vast te leggen. Dat we een rechtvaardige afdeling hebben en dat je nooit meer kan spreken van sierpaarden en werkpaarden. Want als je prestaties registreert en bijhoudt, dan worden mensen gelijkelijk beloond”, aldus de minister.
Verder had zij het ook over de vermindering van personeelskosten doordat er in de afgelopen periode iets meer dan 930 personeelsleden zijn uitgestroomd. Het geld dat hieruit is overgebleven is besteed aan investeringen in de defensieorganisatie. “Toen ik overnam was het 95% personeelskosten en 5% op de begroting voor investeringen in onderhoud. Nu zitten we op 83% personeelskosten en 17% investeringen. De veranderingen zijn zichtbaar, niet alleen intern, maar ook naar buiten toe. Maar we zijn er zeker nog niet. Het vertrouwen in het leger is zeker toegenomen en we zijn vastbesloten om deze vast te houden. Ik denk dat het een verantwoordelijkheid is van jullie allemaal om Defensie dienstbaar te laten zijn aan de ontwikkeling van Suriname en die ontwikkeling is aan het komen. Die ontwikkeling in de olie- en gas sector, die ontwikkeling in andere sectoren die gaan komen. En we kunnen niet aan de kantlijn blijven staan en zeggen of laat het komen en ik ga profiteren. Nee, het is ons land, wij gaan allemaal vanuit de functies waarin we zitten. Ongeacht de functie waarin u zit, gaat u een bijdrage moeten leveren aan de ontwikkeling van de Defensie organisatie en van ons land. We zijn het verplicht, want niemand gaat het voor ons komen doen”, aldus de minister aan de officieren.
Ondanks de financiële tekorten zijn er toch heel veel dingen gerealiseerd. “Als het vergeleken wordt met periodes waarin we veel meer geld hadden, dan zie je dat we toch veel meer hebben kunnen realiseren in de afgelopen periode. We hebben als Defensie bijna op alle gebieden vooruitgang geboekt. Met vooruitgang wordt bedoeld de ontwikkeling van een beleidsplan, een nieuwe legerleiding, ondersteuning bieden aan de politie bij het bestrijden van georganiseerde criminaliteit, uitvoeren van eigen operaties en nog veel meer. Ook moet er gewerkt worden aan de fysieke gesteldheid en ook dat men een voorbeeld moet zijn om een motivatie en inspiratie te zijn voor anderen om vele dingen te realiseren. We weten wat we willen en we gaan actief daar een bijdrage aan leveren. Omdat het ons land is, ons volk is en we zijn er trots op om militair te zijn en om dit uniform te dragen. Dat is het leger. Maar we gaan blijven ondersteunen en daar zijn we ook bezig die criteria vast te leggen. Zaken die te maken hebben met nationale aspecten, productiebedrijven, jongeren, kwetsbare groepen in de samenleving en humanitaire projecten”, aldus de minister.