Facebook
WhatsApp
LinkedIn

Ministerie van Regionale Ontwikkeling

Kennismakings- en werkbespreking met districtscommissarissen

Minister Miquella Huur van Regionale Ontwikkeling (RO) heeft op maandag 6 oktober 2025 een kennismakings- en werkbespreking gehouden met de onlangs geïnstalleerde districtscommissarissen (dc’s) op het commissariaat Paramaribo Noord-Oost.

Tijdens het overleg, dat in een open en constructieve sfeer plaatsvond, benadrukte de minister het belang van nauwe samenwerking, transparantie en resultaatgericht werken binnen het ministerie en de districten. “Het is belangrijk dat we dit soort momenten hebben waarin we samenkomen en praten om te weten welke richting we als ministerie opgaan,” aldus minister Huur.

Aan de bijeenkomst namen ook deel de directeur van Regionale Ontwikkeling, de heer Mavrik Boejoekoe, onderdirecteur mevrouw Jennyfer Wachter en het ondersteuningsteam van de minister.

Tijdens de kennismakingsronde gaven de districtscommissarissen een korte terugblik op hun eerste werkdagen. De eerste weken werden als enerverend en uitdagend ervaren. Zij kaartten onder meer het tekort aan personeel, beperkte transportmogelijkheden en het ontbreken van adequate beveiliging aan als knelpunten.

De minister erkende het belang van deze aandachtspunten en gaf aan dat de minimale randvoorwaarden aanwezig moeten zijn om het werk naar behoren uit te voeren.
Als vervolgstap stelde zij voor dat er collectief, per brief, een verzoek wordt ingediend voor extra beveiliging en de aantrekking van ondersteunend personeel.

Tijdens de bespreking werd dc Humphry Jeroe van het ressort Boven-Suriname aangewezen als deken van de districtscommissarissen, vanwege zijn ruime ervaring binnen het veld.

Ook zijn er dr-voorzitters aangewezen voor districten met twee dc’s:
– Marowijne: dc Clyde Hunswijk
– Wanica: dc Glenda Kranenburg
– Sipaliwini: dc Humphrey Jeroe
– Paramaribo: dc Marlon Budike

Tot slot werd de communicatielijn tussen het ministerie en de districtscommissarissen vastgesteld. Deze loopt via de dc naar de deken, vervolgens naar de onderdirecteur, de directeur en uiteindelijk naar de minister.

Met deze eerste werkbespreking is een belangrijke stap gezet richting versterkte samenwerking en een efficiëntere uitvoering van beleid binnen de districten.