Het zwangerschapsverlof duurt zes weken voor en zes weken na de bevalling. De zwangere werknemer dient een brief van de gyneacoloog met de vermoedelijke bevallingsdatum in bij het bureau. Vervolgens vult het bureau een zwangerschapsformulier in, waarop de verlofperiode staat. Dit formulier moet door zowel de zwangere als de directeur van de school waar zij werkt, worden ondertekend.
De ondertekende formulieren worden teruggestuurd naar het bureau. Het bureau verwerkt de mutatie van het zwangerschapsverlof en stuurt deze door naar de afdeling Personeelszaken van het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur.