Tijdens een diner in het Courtyard by Marriott Hotel, aangeboden door president Chandrikapersad Santokhi, stond het staatshoofd stil bij 45 jaar Staatkundige Onafhankelijkheid van de Republiek Suriname. Tijdens dit diner waren onder andere de president van Guyana, Irfaan Ali, en echtgenote, minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken van Nederland en minister Ernesto Araújo van Buitenlandse Zaken van Brazilië de speciale buitenlandse gasten. Het diner, waar ook leden van de regering aanwezig waren, vond plaats op dinsdag 24 november.
“Op 25 november 1975 was ik nog een jonge man die uitkeek naar de ceremonies van de onafhankelijkheidsverklaring van ons land. Ik was zowel trots als bezorgd. Benieuwd wat de toekomst zou brengen. Wat zou de onafhankelijkheid van mijn land eigenlijk betekenen? We hebben een controversiële periode doorgemaakt, maar uiteindelijk hebben onze politieke leiders een manier gevonden om op een harmonieuze manier de nieuwe fase voor ons land in te gaan”, hield de president de aanwezigen voor. Volgens het staatshoofd hebben wij zowel als land als samenleving 45 jaar ervaring, met ups en downs, en die hebben ons voorbereid op de taak die voor ons ligt. “Een taak en verantwoordelijkheid die ik deel met mijn kabinet, coalitiepartners en vele anderen in zowel de private, publieke als maatschappelijke sector.”
Voor president Santokhi was het een eer om het moment van 45 jaar Staatkundige Onafhankelijkheid te delen met enkele goede ‘vrienden’ van Suriname. Tevens bedankte hij deze ‘vrienden’ voor de steun die zij ons land bieden en gaf hen de garantie dat Suriname een welvarend land zal worden. “Uw steun om Suriname vooruit te helpen wordt zeer gewaardeerd en daar zijn wij u dankbaar voor.”
De regeringsleider bracht in herinnering dat het niet alleen belangrijk is om je als land te focussen op je natuurlijke hulpbronnen, maar dat investeren in de gemeenschap even belangrijk is. “Human resources zijn de belangrijkste kracht achter ons prachtig land. We zijn een relatief jonge natie met een jonge bevolking. Zoals het gezegde luidt: ze zijn onze toekomst.”
Tot slot bracht het staatshoofd een toast uit, “op de voortdurende vriendschap tussen onze landen, onze volkeren en op de welvaart en het geluk van allen.”