Share on facebook
Facebook
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on linkedin
LinkedIn

Ministerie van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken

LANCERING EN ONDERTEKENING SECOND 2019 – 2021

Toespraak van de Minister van Arbeid

Excellentie drs. Soewarto Moestadja

Geachte Directeur van ILO Decent Work Team and Office for the Caribbean (mevr. Claudia Coenjaerts), vertegenwoordigers van de vakbeweging en bedrijfsleven, directieleden van ministeries en experts en medewerkers van de ILO, overige genodigden,

Een goedemorgen aan u allen,

Intro

Het doet mij goed als minister van Arbeid om u in deze setting gezamenlijk bijeen gekomen, toe te spreken in het kader van de lancering en de ondertekening van het Tweede Decent Work Country Program Suriname.

Decent Work staat specifiek vermeld in verscheidene beleidsdocumenten van de Surinaamse regering in de afgelopen periode. Verwijzing daarnaar is ook gemaakt in het huidige Ontwikkelingsplan.

De regering van Suriname heeft zich gecommiteerd aan Decent Work als ontwikkelingsconcept en de regering heeft ook gehandeld naar deze committering. Daarbij heeft de regering altijd gepoogd om de sociale partners mee te krijgen ter realisatie van de doelen die ten grondslag liggen aan Decent Work dat thans ook onderdeel is van de Sustainable Development Goals 2030. 

De politieke verwikkelingen en de keuzes die de regering genoodzaakt is te maken, in deze fase van economische ontwikkeling, brengen soms de arbeidsverhoudingen op het hoger niveau onder druk en in een onrustig vaarwater. Desalniettemin is de  focus op Decent Work onverstoord, en is de coomitment om Decent Work te ondersteunen en samen ten uitvoer te brengen, evident aanwezig. We waarderen dat ten zeerste, omdat dit in het belang is van de werkende klasse en van de werkgevers.

DECENT WORK COUNTRY PROGRAM SURINAME I

Suriname heeft nationaal en internationaal de ideologie van Decent Work als een ontwikkelingsconcept aanvaard en zijn commitment geëtaleerd. Om prioritaire Decent Work-tekorten op te heffen werd het eerder (2014-2016) door de tripartiete partners in Suriname  nodig geacht om een op nationale maat gesneden Decent Work Country Programme Suriname uit te voeren dat een periode van 3 jaar zou bestrijken. In januari 2015 werd het Eerste Decent Work Country Programme Suriname getekend tussen de regering van Suriname c.q. het ministerie van Arbeid, de ILO, de vakcentrales aangesloten bij Ravaksur en de VSB.

Decent Work is een ontwikkelingsconcept dat binnen het multilateraal systeem ingang heeft gevonden en sinds september 2015 is het één van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s). Decent Work is gesteld op 4 pilaren:

  1. Werkgelegenheidscreatie als onderdeel van het economische groeiprogramma;
  2. Sociale bescherming;
  3. Sociaal dialoog;
  4. Naleving van de rechten van werknemers.

In deliberaties met de ILO isin het eerste programma door de tripartiete partners (overheid, vakbeweging en bedrijfsleven) een aantal punten geidentificeerd aangemerkt als prioriteit in het kader van de ontwikkelingssamenwerking met de ILO. Het betrof onderdelen van de arbeidswetgeving waaronder de veiligheidswetgeving, ontslagrecht, zwangerschaps- en bevallingsverlof, kinderarbeid en gelijke behandeling op de werkplek. Ook betrof het het ontbreken van een arbeidsmarktinformatiesysteem, ontbrekend beleid en data op het stuk van de informaliteit en ontbrekende beleidsaansturing ten aanzien van loondata (verzameling en analyse). Verder werden als prioriteit aangemerkt een zwak functionerende Arbeidsinspectie en onvoldoende ontwikkelde klimaat dat ondernemerschap op alle niveaus bevordert. Deze punten zijn allemaal hoofdonderdelen geweest van het Surinaams Decent Work Country Program 2014-2016.

Het was in de afgelopen decennia voor het eerst dat het ministerie van Arbeid een breed programma heeft uitgevoerd dat alle onderdirectoraten omvatte en zelfs aspecten had die andere departementen betrof. Cruciaal daarbij was de betrokkenheid van de sociale partners. Geconstateerd is dat het ministerie capaciteit moet opbouwen in het uitvoeren van brede programma’s en het monitoren daarvan. 

Het Decent Work Country Program Suriname 2014-2016 heeft geleerd dat Suriname in staat is om tripartiet te werken aan een ‘labour agenda’ dat ingebed is in het algemeen sociaal-economisch beleid. Belangrijke aanwezige voorwaarde daarvoor is geweest de kwaliteit van de arbeidsverhoudingen. De houding van de sociale partners in de uitvoering van het programma is te omschrijven als zeer constructief. Bij het monitoren van het aspect van EESE is een markante bijdrage geleverd door de vertegenwoordiging van het bedrijfsleven. Noemenswaardig zijn ook de activiteiten in verband met EESE georganiseerd door de vakbeweging c.q. Sivis.    

Het programma omvatte 24 concrete outputs. Het EESE programma is strikt genomen volledige gerealiseerd qua voorgenomen activiteit en is een voortgaand en continue proces. Een simplistische meting op basis van punten brengt met zich mee dat ervan mag worden uitgegaan dat 60.4 % van het programma was uitgevoerd bij het formeel verstrijken daarvan eind 2016. Verder was 39.6 % nog een preliminaire en conceptuele fase. Nominaal kan gesteld worden dat van de activiteiten 50% volledig was uitgevoerd, 20.8% in een gevorderde stadium van uitvoering was en 29.2% in een preliminaire of conceptuele fase verkeerde.

Inmiddels is een aantal punten al uitgevoerd, vooral op het stuk van de arbeidswetgeving en de Arbeidsinspectie, waardoor de realisatiecijfers iets hoger liggen.

ARBEIDSINSPECTIE

Bij de uitvoering van de programma’s werd het meest stagnatie ondervonden bij de Arbeidsinspectie. En dat lag kennelijk aan de transformatiefase die de Arbeidsinspectie kwalitatief en in termen van management aan het ondergaan is vanaf begin 2016 en het ontbreken van middelen via de reguliere begroting.

ONDERDIRECTORAAT ARBEIDSMARKT (ODAM)

 Het onderdirectoraat Arbeidsmarkt heeft na een iets trage start behoorlijke progressie geboekt wat betreft de meeste van zijn punten met uitzondering van de loonsurveys.

JURIDISCHE EN INTERNATIONALE ZAKEN

Het onderdirectoraat Juridische en Internationale Zaken had de meeste van zijn actiepunten kunnen uitvoeren of verkeerde in een gevorderde stadium van uitvoering met uitzondering van de ratificatie van de priority convention inzake arbeidsinspectie in de landbouw en capaciteitsopbouw op het vlak van kinderarbeid en gelijke behandeling.  

Met betrekking tot de samenwerking met het Decent Work Team and Office for the Caribbean kan gesteld worden dat die het meest tot uiting is gekomen bij de uitvoering van het EESE-component en de maatregelen vanuit het onderdirectoraat Arbeidsmarkt. Alhoewel de noodzaak en gebieden van samenwerking duidelijk waren aangegeven wat betreft de acties vanuit Juridische en Internationale Zaken en Arbeidsinspectie, kon van de actuele samenwerking met concrete acties iets hoger hebben gelegen. 

De monitoringscommissie van het eerste programma heeft vastgesteld dat de onderdelen van het ministerie, in staat zijn om programmatisch prioritair beleid uit te voeren. De commissie hd ook de indruk dat uitvoering van prioritaire punten versneld plaatsvindt wanneer ze ingebed zijn in een programma. 

WETGEVINGSAGENDA

Van alle punten is de uitvoering van de wetgevingsagenda het meest prominent geweest in de afgelopen periode. Heden kan geconstateerd worden dat nagenoeg alle punten op dit beleidsgebied zijn uitgevoerd en dat andere activiteiten buiten het programma vallende, ook zijn uitgevoerd door de beinvloeding die uitging van het Decent Work Country Program. Concreet zijn er in de periode vanaf 2015drie fundamentele ILO-verdragen geratificeerd met name:

  1. Het ILO Verdrag inzake Gelijke Behandeling (No. 111)
  2. Het ILO Verdrag inzake Gelijke Beloning (No. 100)
  3. Het ILO Verdrag inzake Minimumleeftijd Toelting tot Arbeid (No. 138).

Ook werd het Protocol van 2014 behorende bij het ILO Verdrag inzake Dwangarbeid (No. 29) geratificeerd.

In het kader van de uitvoering van het concept van Decent Work en ook de Sustainable Development Goals (No. 8, No. 5 en No. 10) werden ook goedgekeurd een aantal nieuwe wetten en wetwijzigingen, in totaal 12. Zonder over op de beleidsmatige achtergrond in te gaan, noemen wij u deze wetten in volgorde van goedkeuring: de Wet Arbeidsadviescollege, de Wet Vrijheid van Vakvereniging, de Wet Collectieve Arbeidsovereenkomst, de Wet Arbeidsinspectie, de Wet Ter Beschikking Stellen Arbeidskrachten door Intermediairs, de Arbeidsbemiddelingswet 2017, de Wet Arbeid Kinderen en Jeugdige Personen,

de Wet Omzetting Arbeidsovereenkomst voor Bepaalde Tijd in Arbeidsovereenkomst voor Onbepaalde Tijd, de Ontslagwet 2018, de Wet Centrum voor Innovatie en Productiviteit, de Wet Arbeidsbescherming Gezin en de Wet Minimumloon. Dit alles betekent dat ik in totaal in de afgelopen periode, in verband met en voortvloeiende uit het Decent Work Country Programma, 16 wetten in formele zin heb moeten verdedigen in DNA en met succes.

IN PROCES 2019

Thans zijn er nog vierarbeidswetten die voor behandeling aangeboden zijn in DNA namelijk de Wet Ondernemingsraadpleging, de Wet Werktijdenregeling, de Wet Geweld op de Werkplek en de Wet Gelijke Behandeling.

In het Arbeidsadviescollege is reeds advies gegeven over een Wet Arbeid door Vreemdelingen. Bij dit college is in de Arbeidsgeschillenwet.

Ik kreeg gisteren voorstellen overhandigd gekregen van de Vakantiewet en de nieuwe Ongevallenregeling. In de loop van deze maand krijg in nog de nieuwe Werknemersregistratiewet en een vanwege de Caricom Staatshoofden geinstrueerde wijziging van de Wet Bekwame Burgers Caricom. Hiermee zal het totale traject van de modernisering van de arbeidswetgeving, dat al sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw wordt gepland in een tijdsbestek van ca. 5 jaren nagenoeg zijn afgerond.       

Maar zoals u weet is arbeidswetgeving slechts 1 pilaar van Decent Work en komt met wetgeving het vraagstuk van handhaving aan de orde. Ook op dat stuk zijn wij, voortvloeiende uit het Decent Work Country Programma, doende om een transformatiedoorbraak te bewerkstelligen. Het lijkt ook hier de goede weg op te gaan, maar het transformatieproces is niet volbracht. 

We hebben nog vorderingen te boeken bij het realiseren van een functionerend Arbeidsmarktinformatiesysteem. Er is al kader opgeleid, het systeem moet nu in werking worden gebracht, waarvoor uitgaven zullen moeten worden gedaan.

TOEKOMST

In het nieuwe programma zien we onder andere als programma-onderdelen nu: ontwikkeling van arbeidsmarktbeleid, ondersteuning van ondernemerschap in het kader van Decent Work, productiviteitsbevordering, sociale zekerheid, kinderarbeid, ratificatie van verdragen, arbeidswetgeving, versterking van de Arbeidsinspectie, instelling van de Arbeidskamer, versterking van Bemiddelingsraad, uitvoering van surveys en capaciteistversterking en versterking van sociaal dialoog.

We hebben in de afgelopen periode het belang van een Decent Work Country ingezien en daarom zijn we voorstander om het nu voort te zetten. We apprecieren de assistentie en de samenwerking met de ILO, maar we waarderen ook ten zeerste de samenwerking met de sociale partners.

Straks gaan wij over tot het ondertekenen van het programma. Mag ik de vakbeweging en het bedrijfsleven en de vertegenwoordgers van de overheid een vruchtbare samenwerking toewensen bij de uitvoering van het Tweede Decent Work Country Program Suriname 2019-2021.

Moge de samwerking en de uitvoering van het programma, zoete vruchten voortbrengen voor de samenleving in zijn algemeenheid en in het bijzonder de werknemers en hun gezinnen en de werkgevers.

Ik dank u